Richteren 6 – God heeft me duidelijk gemaakt dat ik geen enkel mens als verwerpelijk of onrein mag beschouwen
Richteren 6, Handelingen 10, Jeremia 19, Markus 5 Het verslag van de bekering van Cornelius neemt veel ruimte in in het boek Handelingen. Nu het evangelie zich buiten zijn Joodse grenzen begeeft, wordt elke stap zorgvuldig in kaart gebracht. Eerst waren er de Samaritanen, een gemengd ras met een apart zicht op de Schrift. (Ze […]
Richteren 5 – ‘Ik ben Jezus, die gij vervolgt’
Richteren 5, Handelingen 9, Jeremia 18, Markus 4 Wat was Paulus’ visie voor hij tot bekering kwam (Handelingen 9)? Elders (Hd. 22:2; 23:6; Fp. 3:4-6) vertelt hij ons dat hij een strikte Farizeeër was, (blijkbaar) opgegroeid in Jeruzalem, geleerd door een van de meest gerenommeerde rabbi’s van die tijd. Voor hem was de notie van […]
Richteren 4 – ‘Uitgaande van dat schriftwoord, predikte hij hem Jezus’
Richteren 4, Handelingen 8, Jeremia 17, Markus 3 De bekering van de Ethiopische kamerling of eunuch (Handelingen 8:26-40) markeert een belangrijke uitbreiding van het evangelie over diverse grenzen heen. We moeten verstaan wie hij was. Hij was ‘een rijksgrote van Kandake, de koningin der Ethiopiërs, haar opperschatbewaarder’ (8:27). Kandake was een familienaam die een titel […]
Richteren 3 – Gij verzet u altijd tegen de heilige Geest
Richteren 3, Handelingen 7, Jeremia 16, Markus 2 De oudtestamentische historische psalmen bieden ons talrijke voorbeelden waarin de schrijvers de gezamenlijke geschiedenis van de Israëlieten beoordelen met een welbepaald theologisch of ethisch doel. Iets gelijkaardigs gebeurt wanneer 1 en 2 Kronieken de boeken 1 en 2 Samuel en 1 en 2 Koningen hervertellen, om te […]
Richteren 2 – Gij hebt naar mijn stem niet geluisterd. Wat hebt gij gedaan?
Richteren 2, Handelingen 6, Jeremia 15, Markus 1 Uit de lezing van Richteren 1-2 lijkt het dat na de aanvankelijke Israëlitische overwinningen het tempo van de veroveringen ernstig schommelt. In veel gevallen waren stammen verantwoordelijk voor het onder controle krijgen van hun eigen gebieden. Na verloop van tijd lijkt het echter de ongeschreven politiek geworden, […]
Richteren 1 – Bedrog in de eerste gemeente
Richteren 1, Handelingen 5, Jeremia 14, Mattheüs 28 Het verslag van Ananias en Saffira, wiens namen opgeschreven staan in de vroegste christelijke verslagen omwille van hun bedrog (Hd. 5:1-11), is om verschillende redenen verontrustend. De eerste kerk dacht er in elk geval zo over (Hd. 5:5, 11). Vier opmerkingen kunnen de problemen scherpstellen: Ten eerste […]
Jozua 24 – Zij doen al wat uw hand en uw raad tevoren bepaald had, dat geschieden zou
Jozua 24, Handelingen 4, Jeremia 13, Mattheüs 27 Toen Petrus en Johannes vrijgelaten waren na hun eerste vleug van vervolging, ‘gingen zij naar de hunnen’ (Hd. 4:23). De kerk kwam bijeen voor gebed, terwijl ze de woorden uit Psalm 2 gebruikten (Hd. 4:25-26). Ze begrepen die Oudtestamentische tekst als Gods woorden (‘Gij, Here, zijt het […]
Jozua 23 – ‘Hem die de weg naar het leven wijst hebt u gedood’
Jozua 23, Handelingen 3, Jeremia 12, Mattheüs 26 Handelingen 3 bevat een kort verslag van een toespraak die onvoorbereid gepredikt wordt. (Hoewel zoals zoveel onvoorbereide preken, ook deze ongetwijfeld bestond uit delen die Petrus al eerder had gebruikt!) Er zijn veel punten van zeer groot belang. Petrus verbindt de komst van Jezus de Messias herhaaldelijk […]
Jozua 22 – ‘Ik zal uitstorten van mijn Geest op alle vlees’
Jozua 22, Handelingen 2, Jeremia 11, Mattheüs 25 Handelingen 2 wordt soms de geboortedag van de kerk genoemd. Dit kan misleidend zijn. In zekere zin kan de gemeenschap van het oude verbond ook terecht als kerk bestempeld worden (7:38 – NBV: ‘vergadering’; HSV: ‘samenkomst’). Toch is er een nieuwe start die begint op die dag, […]
Jozua 20-21 – Een vervanger voor Judas
Jozua 20-21, Handelingen 1, Jeremia 10, Mattheüs 24 Tussen Jezus’ hemelvaart en Pinksteren kwam de ontluikende kerk, ongeveer 120 leden sterk, samen en bad ze. Op een dergelijke bijeenkomst stond Petrus op en gaf de aanzet voor de actie die Matthias aanwees om Judas Iskariot te vervangen (Hd. 1:15-26). Petrus’ gebruik van de Schrift (1:16, […]