door Maarten Vergouwe –
Tomáš Halík is priester en hoogleraar filosofie en sociologie in Praag. Hij geldt als één van de belangrijkste Oost-Europese rooms-katholieke intellectuelen van deze tijd. Voor het boek “Geduld met God” ontving hij de Europese prijs voor het beste theologische boek 2011. Hij heeft niet alleen een theologische en filosofische achtergrond, maar heeft ook nog gewerkt als psychotherapeut. Deze drie gebieden maken van hem een boeiende schrijver.
Verzameling
“Niet zonder hoop” is eigenlijk een verzameling essays die over eenzelfde thema gaan. Het zorgt ervoor dat je sommige hoofdstukken kunt overslaan als je dat wil. Dat schrijf Halík zelf in zijn inleiding. Het zorgt er ook voor dat het boek niet echt leest als een geheel al is er wel merkbaar geprobeerd een logische opbouw in te steken.
Crisis
Als je een boek wil schrijven over hoop, zul je toch eerst moeten schrijven over een situatie waarin er hoop nodig is. In de eerste drie hoofdstukken geeft Halík een analyse van de mens en de maatschappij. Dit zijn geen optimistische hoofdstukken – hij haalt zelfs fel uit naar het optimisme. Hij reageert op de idee dat er een terugkeer van de religie is: Is dat wel zo? Zijn het niet eerder oppervlakkige uitingsvormen van religie die elke zin voor moraal missen? Persoonlijk vind ik de maatschappijkritiek in de boeken van Halík altijd het moeilijkst te verteren. Op één of andere manier gaat hij voor mij eigenlijk altijd net iets te kort door de bocht. Maar dat neemt niet weg dat er een aantal interessante analyses in staan.
Hoop
De mooiste hoofdstukken zijn de hoofdstukken vijf tot en met negen. Ik besef dat dit komt door mijn eigen voorliefde voor het psychosociale; de verbinding tussen het hoopgevende en bevrijdende van het evangelie en het alledaagse zoeken van ons mensen. Halík geeft ons een blik in zijn eigen twijfels en zijn “dialoog met de ongelovigen”. Uit zijn bespiegelingen op verwondering, armoede, beloften en vergeving leren we een hoop kennen die voorzichtig het hoofd probeert te bieden aan de crisis. Maar elke keer weer – zoals we van Halík gewend zijn – je achterlatend met vragen die geen eenvoudige antwoorden kennen.
God en lijden
Voor je bij de laatste twee hoofdstukken aankomt, neemt Halík je mee op de filosofische toer. En dat kan hij. Als wij hoop putten uit ons geloof in een God, wie is die God dan? Wie is de God van Job? Wat heeft hij te zeggen over zichzelf? Hoe openbaart Hij zichzelf wanneer Job – en bij uitbreiding wijzelf – Hem confronteren met het lijden? Halíks filosofische bespiegelen zijn – als je het mij vraagt – vrij toegankelijk. Maar wees bereid om traditionele ideeën over God kritisch onder de loep te nemen.
Happy end
Gelukkig schijnt het licht van de opstanding op het kruis. De laatste hoofdstukken lezen niet per se als een happy end of een Disney-achtige “alles komt goed”. De hoop die Halík ons voorhoudt stuurt ons terug het leven in zodat we niet blijven hangen in een moment van persoonlijke bezinning. Deze hoop haalt ons uit de kerker van ons eigen ik en zet ons in de juiste relatie tot God en de mensen om ons heen. Deze hoop heeft maar een klein geloof nodig om bergen te verzetten. Deze hoop heeft God nodig.
Ik eindig met een quote: “De boodschap van het evangelie brengt ons de hoop dat ‘God groter is dan ons hart’, dat wij in de strijd van ons leven, ondanks alle nederlagen, uiteindelijk zullen overwinnen, doordat we door God overwonnen worden.”
Thomas Halík, Niet zonder hoop (KokBoekencentrum, 184 blz.)