door Raymond R. Hausoul – Wat is de betekenis van het kruis in relatie met Gods nieuwe schepping? Dat is de vraag die Tom Wright in dit werk centraal plaatst. Hij kiest er op gedegen manier voor om de grote consequenties die het verlossingswerk van Jezus Christus heeft in relatie te brengen met de brede toekomstverwachting van de hele schepping. Meerdere keren wijst de nieuwtestamentische professor erop dat nergens in het Nieuwe Testament wordt geleerd dat Jezus gestorven is om mensen uit de schepping te verlossen en naar een onzichtbare hemel te brengen. God zond zijn Zoon, omdat Hij van de schepping hield, niet omdat Hij haar aan het verderf van de vergankelijkheid wilde prijsgeven.
Hoe de buitenbijbelse gedachte dat Jezus kwam om zondaren naar de hemel te brengen zich in de kerkgeschiedenis ontwikkelde, toont Tom Wright in zijn tweede hoofdstuk. Hierin maakt hij duidelijk dat het evangelie, zoals dat vandaag in veel kerken klinkt, een middeleeuws verzinsel is. Het heeft meer parallellen met het heidendom en haar afgoden dan met God en de Bijbel. Het zijn stellingen waarmee Tom Wright zijn lezers wil uitdagen. Hij wil het stof van een lange kerkgeschiedenis wegvegen en fris naar het getuigenis van het Nieuwe Testament luisteren. Een van de doelstellingen die Wright heeft, is nagaan hoe de verzoeningsleer van Jezus Christus al aanwezig is in de hele Bijbel. Te vaak is deze thematiek namelijk beperkt gebleven tot enkele brieven van Paulus. Dat is vreemd voor wie beseft dat Paulus er zelf op wijst dat Jezus Christus is opgestaan volgens de Schriften (1 Korintiërs 15:3).
In zijn uitwerking laat Wright zien hoe het nieuwtestamentische thema van de verlossing vanouds verbonden is met het thema van de uittocht in het Oude Testament. Hij verduidelijkt dat er een gruwelijke politiek-sociale symboliek aanwezig is in het lijden dat Jezus Christus moest doorstaan en wijst vervolgens op de grote consequenties die dit heeft. Door het heilswerk van de Messias is er een overwinning op de machten die schuilgaan achter de maatschappij. Jezus Christus zorgt ervoor dat mensen in staat worden gesteld om als priesters voor God te functioneren. Gods liefde voor deze schepping is zo immens groot dat Hij zichzelf geeft. Zijn offer verschilt volledig met de bloedige offers die de heidense goden verlangen.
Het werk van de Messias leidt tot een geweldige uittocht uit de ballingschap die gepaard gaat met de vergeving van zonden die juist tot de gevangenschap hadden geleid. De richting van de stoet die met Jezus meetrekt is niet de hemel, zoals dat bij de Griekse goden het geval is. De Jezusstoet trekt naar Gods nieuwe hemel en nieuwe aarde. Het zijn al de evangeliën die van Jezus heilswerk getuigen. Zij laten in het onderwijs en de daden van de Messias zien wat voor een grote consequenties het verlossingswerk heeft dat Jezus verricht.
Daarin gaat het om meer dan enkel ‘vergeving van zonden’. Dat aspect hoort er wel bij, maar het evangelie laat zich niet daartoe beperken. Het werk van de Messias leidt tot een heilige aanbidding door priesters die afkomstig zijn uit de volken. Een kerntekst van Paulus is daarom volgens Wright: ‘Ik moet in volledige toewijding aan zijn evangelie een dienaar van Christus Jezus voor de heidenen zijn, zodat zij een God welgevallig offer kunnen worden, geheiligd door de heilige Geest’ (Rm15:16). Het is Gods doel dat de volken bij het koninklijk priestervolk behoren. Zij worden door het werk van de Messias verbonden met de beloftes aan Abraham en uit de aanbidding van de afgoden (Rm1:21-25) geroepen tot een prachtige eredienst.
Ik kan me levendig voorstellen dat deze inzet van Tom Wright voor hen die opgegroeid zijn met de gedachte dat God Jezus tot bloedens toe sloeg en verminkte, om mensen uit deze schepping te verlossen en naar de hemel te brengen, een geweldige uitdaging is. Op een eerlijke manier wil Wright die gedachte echter onder de autoriteit van de Bijbel plaatsen. Dat is een goede keuze waar evangelischen van harte mee zullen instemmen. Net als vele andere kerken beseffen we namelijk dat de Bijbel de autoriteit in ons leven moet zijn om onszelf als volk voor God te louteren in alles wat we doen en denken. Tot dat laatste voelt dit boek zich geroepen. Doordat de auteur diverse keren zijn gedachten op een andere manier herhaalt, blijft zijn betoog te volgen (wie goed onthoudt zal dat minder handig vinden). Op die wijze lukt het Tom Wright echter om zijn diepgaande academische werken voor een breder publiek te ontsluiten. Voor wie verlangt om zijn geloofsleer opnieuw te ijken aan Gods Woord is dit werk daarom van harte aanbevolen.
Tom Wright, Goede Vrijdag, De dag dat de revolutie begon, (Uitgeverij Van Wijnen, 2018, 448 blz.)