1 Samuel 15, Romeinen 13, Jeremia 52, Psalm 31
Saul heeft al een wisselende staat van dienst. Aan de ene kant redde hij moedig de stad Jabes van de Ammonieten en legde hij een bewonderenswaardige beheersing aan de dag in het vroege gebruik van zijn koninklijke macht (1 Sam. 11). Niettemin duurt het niet lang vooraleer hij de Here God begint te behandelen als een talisman en zijn woord als equivalent van een magische of astrologische aanwijzing voor wat hij moet doen, eerder dan iets dat eerst en vooral moet geëerbiedigd en gehoorzaamd worden (1 Sam. 13).
Al in hoofdstuk 14 kan alleen de tussenkomst van zijn eigen mannen hem behoeden voor het doden van zijn zoon Jonathan omwille van een belofte die nooit mocht gemaakt worden en zeker al niet ingelost (vergelijk met de overdenking van 28 juli).
Hier in 1 Samuel 15 maken diverse karaktertrekken duidelijk dat Saul nooit het hoofd van een koningschap, een dynastie zal worden. Hij zal vervangen worden door een andere koning.
- Ondanks expliciete bevelen van de Heer met betrekking tot de Amalekieten, sparen Saul en zijn leger de beste schapen en vee, en zelfs de Amalekietische koning Agag, misschien als een soort van trofee. Erger nog, Saul liegt dan hierover tegen Samuel – alsof God zou kunnen bedrogen worden. De leugen verraadt het feit dat Saul tegen deze tijd in zijn denken al geen rekening meer houdt met God; hij denkt louter als een politicus, als een heiden of secularist.
- Samuel begrijpt dat het hart van het probleem bij Sauls veranderde kijk op zichzelf ligt (15:17): er was een tijd dat hij klein was in eigen ogen, en zich nauwelijks kon voorstellen dat hij een koning zou zijn. Nu is hij al bereid om te liegen tegen Gods profeet en nooit, maar dan ook nooit waarlijk berouw te tonen.
- Saul verandert zijn aanpak en beweert dat de reden dat hij de beste schapen en vee spaarde was dat hij de Heer een groot offer wilde brengen. Er is niet meer nodig dan een klein beetje religieus geklets om de ogen van sommige mensen te verblinden. Maar niet zo met Samuel. ‘Heeft de HERE evenzeer welgevallen aan brandoffers en slachtoffers als aan horen naar des HEREN stem?’, vraagt hij. ‘Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffers, luisteren beter dan het vette der rammen. Voorwaar, weerspannigheid is zonde der toverij en ongezeggelijkheid is afgoderij en dienen van terafim’ (15:22-23). Dergelijke reminders moeten goed vastgehouden worden in het hedendaagse evangelicalisme.
- Dus komt Saul met formeel berouw – maar maakt het excuus dat hij bang was voor het volk. Hij wil gewoon zijn eigen verantwoordelijkheid niet onder ogen zien – en Samuel ziet het duidelijk (15:24-26).
- Saul probeert het nog een keer met formeel berouw; maar hij verraadt weeral een keer zijn eigen hart wanneer hij toont dat hij het belangrijker vindt geëerd te worden voor de oudsten van Israël dan bij de God van Israël (15:30-31). We zijn verloren wanneer het voor ons meer betekent wat mensen van ons denken dan wat God van ons denkt.
[hr_shadow]
Taken from ‘For the Love of God’ by (D.A. Carson), © 1998. Overgenomen met toestemming van Crossway, a publishing ministry of Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org.
Alle rechten op de Nederlandse vertaling behoren toe aan Jan Leplae (http://god-en-gebed.blogspot.com). Niets uit deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de vertaler.