Deuteronomium 27:1-28:19 – Ik berg uw woord in mijn hart
Deuteronomium 27:1-28:19, Psalm 119:1-24, Jesaja 54, Mattheüs 2 Hier komen de eerste twee van de bovenstaande Bijbelgedeeltes samen. De setting in Deuteronomium 27-28 is spectaculair. Wanneer de Israëlieten het Beloofde Land binnentrekken, moeten ze een plechtige daad van nationale toewijding stellen. Ze moeten zich in twee grote groepen verdelen, elk honderdduizenden sterk. Zes stammen moeten […]
Deuteronomium 26 – ‘Dit is de dag die de HERE gemaakt heeft’
Deuteronomium 26, Psalmen 117-118, Jesaja 53, Mattheüs 1 Toen ik een kleine jongen was, werd in ons huis een plaat gegraveerd met de woorden ‘Dit is de dag die de HERE gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen’. In het Engels kwam er in de latere vertalingen van Psalm 118:24 alleen een wijziging […]
Deuteronomium 25 – Met pijn ziet de HEER de dood van zijn getrouwen
Deuteronomium 25, Psalm 116, Jesaja 52, Openbaring 22 Soms dwingen vertaalproblemen de Bijbelvertalers om voetnoten toe te voegen die alternatieve mogelijkheden bieden. Soms wordt geen alternatief meegegeven en gaat iets belangrijks verloren. Een voorbeeld van elk vind je in Psalm 116, en ze verdienen allebei dat we ze goed overdenken. De HSV vermeldt Ik heb […]
Deuteronomium 24 – Voor de vreemdeling, de wees en de weduwe
Deuteronomium 24, Psalmen 114-115, Jesaja 51, Openbaring 21 Het is treffend hoe de Mozaïsche wet voorziet voor de armen. Kijk naar Deuteronomium 24. Hier verbiedt God dat je de handmolen of zelfs ‘de bovenste molensteen’ (d.w.z. de meer verplaatsbare), als pand zou nemen, als waarborg voor een schuld (24:6). Het is alsof je het gereedschap […]
Deuteronomium 23 – Smullen van andermans druiven
Deuteronomium 23, Psalmen 112-113, Jesaja 50, Openbaring 20 Om de zoveel hoofdstukken vind je in de Pentateuch een hoofdstuk met diverse wetten en inzettingen. Een voorbeeld daarvan is Deuteronomium 23. Het past niet bij deze korte overdenkingen om stil te staan bij elk onderwerp waarvoor een inzetting wordt gegeven, of zelfs nog maar stil te […]
Deuteronomium 22 – ‘Priester voor eeuwig, naar de wijze van Melchisedek’
Deuteronomium 22, Psalmen 110-111, Jesaja 49, Openbaring 19 Het hoofdstuk uit het Oude Testament dat het meest geciteerd wordt in het Nieuwe Testament is Psalm 110. Het is een orakelpsalm; d.i. deze psalm verhaalt niet zozeer de ervaring van zijn schrijver maar brengt wel de woorden over die de schrijver door rechtstreekse en directe openbaring […]
57 + 60 = 108 ? – Deuteronomium 21
Deuteronomium 21, Psalmen 108-109, Jesaja 48, Openbaring 18 Psalm 108 is nogal uniek in het boek van de Psalmen. Los van kleine veranderingen bestaat deze psalm immers uit delen van twee andere psalmen. Psalm 108:1-5 volgt 57:7-11 en Psalm 108:6-13 volgt dan weer 60:5-12. Niettemin ‘voelt’ het resultaat verrassend anders aan. Zowel Psalm 57 als […]
Deuteronomium 20 – Dat zij de HERE loven om zijn goedertierenheid en om zijn wonderen aan de mensenkinderen
Deuteronomium 20, Psalm 107, Jesaja 47, Openbaring 17 Historisch gezien verwees opwekking naar een tijd van door God gezonden zegen die het gewone overstijgt. Bedienaars van het Woord gingen aan de slag en baden, predikten, onderwezen en counselden, of het nu was in tijden van vervolging of in tijden van relatieve rust en gestage groei. […]
Deuteronomium 19 – ‘Zo zult gij het kwaad uit uw midden wegdoen’
Deuteronomium 19, Psalm 106, Jesaja 46, Openbaring 16 De gerechtigheid die ons wordt voorgesteld in Deuteronomium 19 lijkt behoorlijk ver af te staan van de visies die vandaag in westerse landen overheersen. Voor een gedeelte dat in deze tekst veel nadruk krijgt zullen de meesten onder ons behoorlijk wat sympathie hebben: de rechtbank mag niemand […]
Deuteronomium 18 – ‘Een profeet zal Ik hun verwekken uit het midden van hun broederen’
Deuteronomium 18, Psalm 105, Jesaja 45, Openbaring 15 De profetie over de komst van een profeet zoals Mozes (Deut. 18:15-18) moet eerst en vooral verstaan worden binnen zijn eigen context. Vier opmerkingen zetten ons op scherp voor deze passage. Ten eerste veroordelen de voorafgaande verzen (18:9-13) de religieuze praktijken van de volkeren in wiens plaats […]