Numeri 16, Psalmen 52-54, Jesaja 6, Hebreeën 13
Nog twee ellendige episodes van rebellie bevlekken nu de geschiedenis van de Israëlieten in de woestijn (Num. 16).
De eerste is het complot dat Korach, Datan en Abiram uitdenken. Ze wekken problemen op, niet onder het samenraapsel, maar onder een aanzienlijk deel van de vergaderingshoofden, ongeveer 250 van hen. Het hart van hun kritiek op Mozes is dubbel: (a) Ze denken dat hij teveel op zich genomen heeft. ‘Laat het u genoeg zijn, want de gehele vergadering, zij allen zijn heiligen, en de HERE is in hun midden (16:3). Mozes heeft niet het recht om zich te verheffen ‘boven de gemeente des HEREN’ (16:3). (b) Mozes zijn staat van dienst is zodanig aangetast door mislukkingen dat hij niet vertrouwd kan worden. Hij leidde hen uit ‘een land vloeiende van melk en honig’ (16:13), beloofde hen veel, maar bracht hen in werkelijkheid in de woestijn. Dus waarom ook zou hij zich ‘als heerser’ over het volk opwerpen (16:13)?
Hun redenering zou een zekere geloofwaardigheid krijgen bij wie focuste op hun lijden, wie elke autoriteit verwierp, wie kort van geheugen was over hoe ze gered waren uit Egypte, wie niet naar waarde schatte wat God zorgvuldig had geopenbaard, en wie zich makkelijk lieten leiden door de onmiddellijke aantrekking van retoriek maar hun eigen ernstige verbondsgeloften niet achtten.
Hun afstammelingen zijn talrijk vandaag. In de naam van het priesterschap van alle gelovigen en van de waarheid dat de hele christen gemeenschap heilig is, worden andere dingen die God gezegd heeft over christelijke leiders snel omzeild. Achter deze aanspraken op basis van eerlijkheid liggen heel vaak zuivere machtshonger, gevoed door rancunes.
Natuurlijk moet niet elke leider in de christelijke kerk vandaag behandeld worden met evenveel achting: sommigen zijn parvenu’s vol eigendunk die de kerk moet zien kwijt te raken (bijv. 2 Kor. 10-13). Ook worden niet alleen die protesteren gestraft met het oordeel dat Korach en zijn vrienden ten deel viel: sommigen, zoals Luther en Calvijn, als Whitefield en Wesley en als Paulus en Amos voor hen, zijn oprechte hervormers. Maar in een tijd zoals de onze, waarin men tegen elk gezag gekant lijkt, zou men altijd moeten nagaan of de would-be hervormers gevormd zijn door passievolle toewijding aan de woorden van God, of als ze deze woorden simpelweg misbruiken voor hun eigen zelfzuchtige doelen.
In de tweede opstand is het de ‘gehele vergadering der Israëlieten’ (16:41) die, gevoed door meelijwekkende wrok, morde tegen Mozes en Aäron. Ze beschuldigden hen ervan de rebellen van de dag voordien gedood te hebben – alsof zij de aarde konden openen om hen te verzwelgen.
Duizenden komen om omdat de gemeenschap in haar geheel niets lijkt begrepen te hebben van Gods heiligheid, de exclusiviteit van zijn aanspraken, de onvermijdelijkheid van zijn toorn tegen opstandelingen, en zijn terechte weigering minachtend behandeld te worden.
En waarom zou onze generatie gespaard worden?
[hr_shadow]
Taken from ‘For the Love of God’ by (D.A. Carson), © 1998. Overgenomen met toestemming van Crossway, a publishing ministry of Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org.
Alle rechten op de Nederlandse vertaling behoren toe aan Jan Leplae (http://god-en-gebed.blogspot.com). Niets uit deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de vertaler.