indekerk

Leviticus 10 – ‘Toen ging er vuur uit van de HERE’

 Leviticus 10, Psalmen 11-12; Spreuken 25; 1 Thessalonicenzen 4

 In Leviticus 8 worden Aäron en zijn zonen via een door God voorgeschreven ritueel tot priesters gewijd. In Leviticus 9 beginnen ze hun dienst. Hier, in Leviticus 10, nog altijd binnen de zeven dagen van hun wijdingsrituelen, stoppen twee zonen van Aäron, nl. Nadab en Abihu, kolen in hun vuurpannen en voegen er reukwerk bij, schijnbaar in de overtuiging dat ze iets zullen toevoegen aan de ceremonies en rituelen die God instelde. Maar ‘Toen ging er vuur uit van de HERE en dit verteerde hen, zodat zij stierven voor het aangezicht des HEREN’ (10:2). Voor Aäron zich kan verzetten komt Mozes met een woord van God: ‘Dit is het, wat de HERE gesproken heeft: aan degenen die Mij het naaste staan, zal Ik Mij de Heilige betonen en ten aanschouwen van het gehele volk zal Ik Mij verheerlijken. En Aäron zweeg’ (10:3).

Dit is niet alles. Mozes benadrukt dat Aäron en zijn overblijvende zonen, Eleazar en Ithamar, de heilige wijdingscyclus niet mogen onderbreken om deel te nemen aan de publieke rouw om Nadab en Abihu. Ze mogen de tabernakel niet verlaten, want ‘de zalfolie des HEREN is op u’ (10:7). Neven zullen zich ontfermen over de stoffelijke overschotten en zich bekommeren om de familieverplichtingen (10:4-5).

Wat moeten we ervan denken? Een cynicus zou zeggen dat dit rituelen boven mensen stelt. Is God niet een beetje ongevoelig wanneer Hij twee fijne zonen neerslaat die slechts poogden om de aanbiddingsdienst wat op te leuken?

Ik claim allerminst alle antwoorden te hebben. Maar denk na over volgende punten:

  1. God heeft meermaals gezegd dat al wat verbonden is met de dienst van de tabernakel precies moet gebeuren volgens het op de berg aangeleverde patroon. Hij heeft zich zal een God betoond die geen rivalen duldt en die verwacht om gehoorzaamd te worden. Wat er op het spel staat is of God wel God is.
  2. Doorheen de Bijbel merk je dat hoe dichter het volk bij tijden en omstandigheden van openbaring of opwekking staat, hoe directer de Goddelijke straf tegen wie Hem vertreden. Uzzah steekt zijn hand uit om de ark niet te laten vallen en wordt gedood; Ananias en Safira worden gedood omwille van hun leugens. In koudere, meer rebelse tijden, lijkt het of God het volk buitengewoon ver laat gaan in het kwade voor Hij de teugels inhaalt. Maar de eerstgenoemde periodes brengen grotere zegen: meer van de onmiddellijke tegenwoordigheid van God, meer toegewijde ijver onder het volk.
  3. In de context bekeken hadden Nadab en Abihu haast zeker provocerende en weerspannige motieven. Want wanneer Aäron een andere aanpassing doorvoert in het ritueel, met de beste motieven, ontmoet hij verrassende flexibiliteit (10:16-20).
  4. Deze stevige les maakte de priesters gereed voor dat andere belangrijke onderdeel in hun dienst: ‘opdat gij scheiding kunt maken tussen heilig en onheilig, tussen onrein en rein, en opdat gij de Israëlieten kunt onderwijzen in al de inzettingen die de HERE door de dienst van Mozes tot hen gesproken heeft (10:10-11, cursief toegevoegd).

[hr_shadow]

Taken from ‘For the Love of God’ by (D.A. Carson), © 1998. Overgenomen met toestemming van Crossway, a publishing ministry of Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org.

Alle rechten op de Nederlandse vertaling behoren toe aan Jan Leplae (http://god-en-gebed.blogspot.com). Niets uit deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de vertaler.

Share:

Facebook
Twitter
Pinterest
LinkedIn