door Maarten Vergouwe – Het vorige boek van Emanuel Rutten, “Overdenkingen”, heb ik nog niet zo lang geleden gerecenseerd en daar was ik heel lovend over. Over zijn nieuwe boek ben ik iets minder enthousiast.
Retorica
“Het retorische weten” is een titel waardoor je zou denken dat het boek over de retorica gaat. Dat is ook de reden waarom ik ervoor koos om het te recenseren voor indekerk. We hebben namelijk nogal met wat retorica te maken aangezien er zo goed als elke week wel een spreker de bezoekers van de kerkdienst toespreekt. We moeten er dus ook niet voor terugschrikken om dit aspect van onze geloofsbeleving vanuit de filosofie te bekijken.
In zijn eerste en belangrijkste hoofdstuk gaat Rutten hier dan ook op in. Niet de waarheid of de logica op zich zijn overtuigend, maar het overtuigende is overtuigend. Voor ons christenen is dit een gevoelig punt. Het liefst zouden we de spreker wegcijferen en alleen God aan het woord laten. Maar retorica is nu net een discipline die de spreker mag – en misschien moet – beheersen.
Hierbij gaat Rutten dieper in op zijn “de-wereld-voor-ons-kenleer”. Kort gezegd komt het erop neer dat hij stelt dat we nooit met zekerheid zullen kunnen zeggen dat de wereld op zich bestaat, los van onze denk- en spraakvermogens. Is dan dus niet net de retorica de “eerste filosofie”, namelijk dat wat alles tot bestaan roept? Of om het met een bijzondere tekst uit de Bijbel te zeggen: “In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat.”
Het longiniaans verhevene
Het tweede hoofdstuk gaat in op wat we “subliem” of “het heilige” noemen. Hierin betoogt Rutten dat filosofen na Longinius (Burke, Kant, Lyotard) zijn conceptie van het sublieme geen eer hebben gedaan en doet met dit hoofdstuk dus ook een poging om de bijzonderheid van het longiniaans verhevene te vatten.
Retoriek speelt in dit longiniaans verhevene een grote rol. De toegang krijgen tot de transcendente, spirituele en morele component van het sublieme kan niet zonder de stijlregels van de retoriek. Rutten blijft in zijn analyse van concepties altijd terugkeren naar hoe omvattend de kijk van Longinius was. De uitwerking van het thema geeft een heel boeiende kijk op hoe filosofen zich hebben verhouden tot de ervaring van het sublieme, het heilige.
Commentaren
Na deze hoofdstukken is de samenhang in het boek zoek en vraag ik me af of Rutten niet iets te snel was met het uitbrengen van nog een boek. Zijn betoog om de redelijkheid van wereldbeelden te rationaliseren is zonneklaar en duidelijk, maar ook vrij eenvoudig. Hij gaat in een ander hoofdstuk in op het “lijden”, maar heeft dat in zijn vorige boek ook al gedaan en we lezen niet echt iets nieuws.
Daarnaast krijgen we een aantal commentaren voorgeschoteld waarin zijn argumentatie erg veel aan analytische logica doet denken. In een hoofdstuk over de “amoureuze liefde” heeft Rutten zelfs een metafysisch matrix-model uitgewerkt dat bij mij heel wat argwaan oproept. Ik had daar veel meer het contemplatief karakter van een continentale filosoof in verwacht. Dus ik was teleurgesteld. Op het einde van het boek krijgen we een aantal “Bespiegelen” voorgeschoteld. Leuk om een keer te lezen, maar ze zetten niet aan tot veel nadenken.
Theologie
Alhoewel Rutten duidelijk een voorkeur heeft voor de christelijke theologie en zelfs een aantal maal de Bijbel citeert, is het voor mij duidelijk dat hij zich daarin nog wat meer zou mogen verdiepen. Ik zou iets meer willen proeven dat hij de brede schakeringen aan ideeën heeft bestudeerd alvorens erop te willen reageren. Tegelijk kan hij daarbij ontdekken dat theologie en filosofie zo dicht bij elkaar liggen dat niet alleen de filosofie een wetenschap is die zichzelf mag bevragen, maar hetzelfde kan worden gezegd over de theologie.
Conclusie
“Het retorische weten” is een boek dat je denken sowieso zal scherpen als je graag over onze verhouding tot de wereld en “het zijn” nadenkt. Maar als je meer over de retorica wil lezen, doe ik een bescheiden inschatting dat er betere boeken zijn.
Emanuel Rutten, Het retorische weten, (Leesmagazijn, 2018, 268 blz.)