door Maarten Vergouwe – Theoloog Remmelt Meijer en kerkbegeleider Peter Wierenga hebben het boekje Herkerken geschreven om ons deelgenoot te maken van hun reflectie op het “coronatijdperk van de kerk in Nederland”. Het is geschreven voor kerkleiders die zich willen bezinnen over hun kerkgemeenschappen en hoe die nu verder moeten tijdens en na het coronatijdperk.
Overzicht en vorm
Het boekje is erg vlot geschreven. Het bestaat uit zes hoofdstukken die allemaal worden geëindigd met een overzichtelijke samenvatting van het hoofdstuk. In het begin van het boekje wordt er geschetst welke problemen de schrijvers zien en naarmate het boek vordert wordt er steeds meer in de richting van oplossingen geschreven. Doorlopende tekst wordt afgewisseld met bladzijden die verhalen en voorbeelden uit de praktijk voorstellen. Het geheel zorgt ervoor dat het boekje zeer toegankelijk is.
Herkerken
Het is duidelijk dat de schrijvers zelf al langer bezig zijn met het onderwerp “Herkerken”. Ze geven voorbeelden uit de praktijk die stammen uit de tijd van vóór de pandemie. De vragen die ze stellen, zijn geen nieuwe vragen en een sterk reflecterende kerkleider zal heel wat vragen herkennen. Ze gaan in op thema’s als “het belang van een kerkgebouw”, “het belang van de zondagsamenkomst”, “relationele gemeenschappen”, “een beweging zijn in plaats van een instituut” enz. En de vragen die ze daarbij stellen zijn heel zinnige vragen. Ze zetten de lezer aan om bij zichzelf na te gaan hoe dat in de eigen kerkgemeenschap gesteld is. Als ondernemende gemeenteleider kan ik alleen maar toejuichen dat er mensen zijn die anderen oproepen over deze vragen na te denken.
Te vroeg
Toch heb ik wel wat commentaar op het boekje. Het is te vroeg geschreven. Onder de proloog staat er “september 2020”. Even terugrekenend kunnen we dus stellen dat de schrijvers ergens in de tijd van de eerste lockdown het idee hebben opgevat te gaan schrijven en dat ergens in de zomer afgerond hebben. Ik heb het zelf gelezen toen Nederland net in een tweede lockdown was gegaan en België daar alweer een tijdje in zat. Het voelt dus wat opportunistisch om over “Herkerken” te gaan schrijven wanneer de hele maatschappij eigenlijk nog in de rouw zit. Want dat vind ik een bijzonder tekort aan het boekje. De rouw. De erkenning van het moeten afscheid nemen van zekerheden waardoor veel mensen een waardig leven leiden. Heel af en toe raken ze dit aan, maar ik kan me heel goed voorstellen dat menig lezer in de weerstand zal gaan. Ja, het is best okee om te stellen dat de coronacrisis een aantal reeds aanwezige problemen scherp stelt. Maar ik vind het persoonlijk té makkelijk om daar al veel meer mee te doen dan gewoon erkennen dat het zo is. En dat brengt me bij mijn volgende punt.
Antwoorden?
De schrijvers stellen heel veel vragen in dit boek. En zoals hierboven geschreven: goede vragen. Maar de antwoorden zijn in mijn ogen te vaag. Ze houden te weinig rekening met de traditie en waarom die is zoals die is. Ze schetsen een mooie, nieuwe vorm van kerk-zijn aan de hand van gemeenschappen en families op missie. Maar de ideeën die geschetst worden mogen dan voor sommige kerkleiders “nieuw” lijken, ze zijn niet nieuw. Herkerkbewegingen zijn er al heel lang. En sommige hardnekkige bewegingen kunnen zelfs heel sektarisch worden. Er staan ontzettend veel zinnige dingen in dit boek en ik kan alleen maar blij worden van het aansturen op decentralisatie, vertrouwen en de eenvoudige vraag: “Wat helpt om met Jezus verbonden te zijn?”. Maar de term “herkerken” lijkt afbreuk te willen doen aan de traditie. Als gemeenteleider ga ik daar een beetje genuanceerd mee om. Want het laatste wat je moet doen tijdens een crisis is de mensen voor wie je geestelijke zorg draagt nog wat meer onder spanning zetten door zekerheden weg te nemen die niet per se weg moeten. En dan ook nog van hen gaan verwachten dat ze eigenaarschap opnemen. Dat weet elke psycholoog.
Vloeiende vormen
De schrijvers sturen uiteindelijk aan op een houding van reflectie, van durven proberen, van durven aanpassen. Zonder de kern van het evangelie uit het oog te verliezen. Kortom: vloeiend. Dat ze de coronacrisis aangrijpen om die kernwaarheden opnieuw te belichten, kan opportunistisch genoemd worden, maar het blijven wel kernwaarheden. De kerk had nooit een instituut mogen zijn. De Geest waait waarheen Hij wil en ik hoop samen met Meijer en Wierenga dat menig leider zich dat – misschien weer opnieuw – realiseert.
Conclusie
Het boekje is een beetje vlug geschreven waardoor de coronacrisis erbij getrokken lijkt. Maar het bevat hele goede reflectievragen en een kijk op gemeente-zijn die heel organisch, natuurlijk en smaakvol is. Een aanrader voor wie zich als leider wil laten inspireren om aan de slag te blijven in het bouwen van christelijke gemeenschappen. En dat er een citaat van Tomáš Halík in staat is voor deze Halík-fan een fijne bijkomstigheid. ;)
R. Meijer en P. Wierenga, Herkerken, (Vuurbaak, 2020, 100 blz.)