indekerk

Gods filosofen

gods filosofendoor Jacques Rommel – 

Met deze recensie kleuren we buiten de lijntjes. Ten eerste is het besproken boek, ondanks de titel, niet christelijk van karakter en ten tweede gaat het niet om een nieuwe uitgave, maar dateert het werk al van 2010. Het is een serieuze pil, een wetenschappelijke verhandeling over de Middeleeuwen. Klinkt saai, nietwaar? Neen, Niet Waar!

Af en toe ontdek je in de plaatselijke bibliotheek een parel, en dit is er een van. De eerste verrassing is het opzet, verwoord in de ondertitel: Hoe in de Middeleeuwen de basis werd gelegd voor de moderne wetenschap. Wablief? Middeleeuwen en wetenschap in één zin? De tweede stelling is nog eigenaardiger en meteen de reden waarom we dit boek hier willen aanbevelen. We gaan ervan uit dat de kerk, pausen, bisschoppen en abdijen al sinds de ‘verlichting’ of, eerder zelfs, sinds de renaissance, het vrije denken beletten en dat wetenschappers het gevaar liepen om op de brandstapel te eindigen. De auteur schetst aan de hand van de levensloop van enkele sleutelfiguren een totaal ander beeld.

James Hannam is een wetenschapshistoricus die gespecialiseerd is in de relatie tussen wetenschap en het christendom in de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd. In 2001 startte hij een deeltijdse masterstudie aan Birkbeck College, een onderdeel van de University of London, in het vak historisch onderzoek. In 2003 sloot hij deze studie af. In 2008 promoveerde hij tot doctor in de wetenschapsgeschiedenis en de geschiedenis van de filosofie aan Pembroke College, aan de Universiteit van Cambridge. Of de man zelf gelovig is of niet valt uit de lectuur van het boek niet op te maken. Het is een verslag van zijn bronnenonderzoek: objectief, nuchter en bijzonder vlot verteld. Hoewel het meer dan 400 bladzijden telt, is het boek niet langdradig. Het leest even vlot als een boeiende roman, omdat de beschreven denkers en wetenschappers zeer boeiende figuren waren, door hun tijd beïnvloed, maar zelf invloed uitoefenend op hun tijd en de generaties na hen. Hannam vertelt over Augustinus, Boëthius, Thomas van Aquino, Adelard, Copernicus en, om te eindigen, Galileï. Deze laatste verloor tussen haakjes zijn proces tegen de paus niet, omwille van zijn wetenschappelijke inzichten, maar omwille van zijn karaktereigenschappen. De vermelde denkers zijn slechts enkelen van de velen die de revue passeren, maar misschien de meest bekende.

Veel aandacht wordt ook besteed aan de invloed van de Griekse filosofen Plato en Aristoteles op het middeleeuwse denken. We krijgen eveneens een beeld van de steun die denkers ontvingen van kerk en overheid. Taaie vooroordelen, zoals het idee dat middeleeuwers dachten dat de aarde plat was of dat Columbus geen idee had van de omtrek van de aarde, worden ontzenuwd. We krijgen inzage in de vorderingen die de middeleeuwen brachten op gebied van filosofie (middeleeuwse denkers waren bij uitstek rationeel en hielden veel van logica), theologie, wiskunde, fysica en geneeskunde. We ontdekken hoe belangrijke uitvindingen het zicht op de wereld veranderden. Enkele verwezenlijkingen uit die eeuwen: het kompas, de bril, de telescoop, het buskruit en dus ook vuurwapens, de stijgbeugel, de ploeg, de universiteiten en natuurlijk de boekdrukkunst. De late middeleeuwen waren ook de tijd van de grote ontdekkingsreizen. De achterliggende gedachte bij veel uitvindingen en inzichten was dat God een schepping tot stand had gebracht die de moeite waard was om te onderzoeken en in kaart te brengen en dat de volmaaktheid van de Schepper in de wetmatigheden van de schepping terug te vinden was. Dàt was volgens de auteur de aanwijsbare motivatie om wetenschap te bedrijven en het was de individuele drijfveer van de beoefenaars en filosofen, die zelf overtuigde gelovigen waren. Wat een prachtige insteek.

Aan het einde van het boek lezen we nog dat de zo verheerlijkte renaissance in feite minder vernieuwend was dan doorgaans gedacht en dat veel van de rijkdom van de middeleeuwen jarenlang werd genegeerd. Zodanig zelfs dat ook vandaag nog gedacht wordt aan een overwegend duistere tijd. Natuurlijk waren er negatieve kanten en speelde de kerk soms een bedenkelijke rol, maar wellicht niet meer dan in de daarop volgende periode van de reformatie. Toen pas ging de inquisitie meedogenloos te werk.

Conclusie? Hou je van geschiedenis? Bouwt het je op wanneer het christelijk geloof een stukje in eer hersteld wordt? Lees je graag een keertje een ‘serieus’ boek? Rep je dan naar de boekhandel of bibliotheek voor ‘Gods filosofen’.

 

James Hannam, Gods filosofen, (Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 2010).

Share:

Facebook
Twitter
Pinterest
LinkedIn