Genesis 46, Markus 16, Job 12, Romeinen 16
Een van de moeilijkste dingen om te begrijpen is dat de God van de Bijbel zowel persoonlijk is – in interactie met andere personen – als transcendent (d.w.z. verheven boven tijd en ruimte – het domein waarin al onze persoonlijke interacties met God plaatsvinden). Als de transcendente Heerser regeert Hij over alle dingen, zonder uitzondering. Als de persoonlijke Schepper communiceert Hij op persoonlijke manieren met degenen die zijn beelddragers zijn, terwijl Hij zich openbaart als niet alleen persoonlijk maar ook nog eens feilloos goed. Hoe we deze elementen kunnen bijeenbrengen gaat uiteindelijk ons petje te boven, ook al wordt er vaak eenvoudigweg vanuit gegaan in de Bijbel.
Wanneer Jakob verneemt dat Jozef nog leeft, brengt hij God, die zich nog maar eens zo genadig aan Jakob openbaart, slachtoffers: ‘Ik ben God, de God van uw vader, vrees niet naar Egypte te trekken, want Ik zal u daar tot een groot volk maken. Ik zal zelf met u naar Egypte trekken en Ik zal u ook zeker weer terugvoeren en Jozef zal u de ogen toedrukken’ (Gen. 46:3-4).
Het boek Genesis maakt duidelijk dat Jakob wist dat Gods verbond met Abraham de belofte inhield dat het land waar ze nu verbleven op een dag aan hem en zijn nakomelingen zou gegeven worden. Dit is waarom Jakob die directe openbaring van God nodig had om hem te bewegen het land te verlaten. Jakob was op drie terreinen herbevestigd: a) God zou zijn nakomelingen gedurende hun verblijf in Egypte tot een ‘groot volk’ maken; b) God zou hen uiteindelijk uit Egypte leiden; c) op het persoonlijke niveau is Jakob vertroost wanneer hij hoort dat zijn lang verloren gewaande zoon Jozef nog zijn vaders dood zal mogen meemaken.
Dit zorgt allemaal voor persoonlijke vertroosting. Het openbaart ook iets van de mysteries van Gods voorzienige soevereiniteit. Lezers van de Pentateuch weten immers dat dit verblijf in Egypte zal uitmonden in slavernij, dat dan van God gezegd zal worden dat Hij de klacht van zijn volk ‘hoort’, en dat Hij na verloop van tijd Mozes zal doen opgroeien, die Gods vertegenwoordiger zal zijn bij de tien plagen, in de doortocht van de Rode Zee, het geven van het verbond van de Sinaï en van de wet, de tocht door de woestijn en bij het (her)betreden van het Beloofde Land. De soevereine God, die Jozef naar Egypte brengt om de weg te bereiden voor deze kleine gemeenschap van zeventig mensen, heeft nog heel wat complexe plannen in voorraad. Die zijn ontworpen om zijn volk naar de volgende fase te brengen in de heilsgeschiedenis, en hen uiteindelijk te leren dat Gods woorden meer zijn dan voedsel (Deut. 8).
Je kunt Gods soevereine transcendentie net zomin losmaken van zijn persoonlijkheid, of vice versa, als je een vleugel van een vliegtuig kunt losmaken en verwachten dat het toestel nog vliegt.
[hr_shadow]
Taken from ‘For the Love of God’ by (D.A. Carson), © 1998. Overgenomen met toestemming van Crossway, a publishing ministry of Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org.
Alle rechten op de Nederlandse vertaling behoren toe aan Jan Leplae (http://god-en-gebed.blogspot.com). Niets uit deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de vertaler.