door Kris Tavernier – In zijn boek ‘Dit geloof ik’ richt Willem Ouweneel zich op de kern van het christelijk geloof. Waar gaat het nu in wezen eigenlijk ten diepste om? Ouweneel heeft vele boeken en artikels geschreven en vele preken en Bijbelstudies gegeven in zijn ondertussen drieënvijftig jarige bediening. Eerder schreef hij dertien systematisch-theologische delen om een overzicht van de christelijke leer te bespreken. ‘Dit geloof ik’ is verre van academisch, maar het is zeker ook niet oppervlakkig. Hij kwam tot de vraag wat nu eigenlijk de kern is van wat hij al die tijd heeft willen doorgeven. Daarover gaat dit boek.
Bij een titel als van dit boek verwacht je bij aanvang een theologische uiteenzetting over de aangehaalde thema’s. Maar de insteek van Ouweneel is anders, het leest niet als een theoretische verhandeling maar als – mag ik het zo stellen – een liefdesverhaal over het christelijk geloof (geen emotioneel gedoe, maar wel een hartenuiting), en tegelijkertijd toch stevig onderbouwd vanuit de Bijbel. Het boek is dan ook niet theoretisch, maar praktisch van aard.
Doorheen de thema’s die in dit boek behandeld worden vallen er drie rode draden op. Ten eerste is er de grote aandacht voor de Joodse wortels van het christelijk geloof. Voor Ouweneel kan het christelijk geloof niet los gezien worden van het Jodendom. Doorheen de jaren is zijn inzicht hierin gegroeid en hij heeft dan ook veel aandacht voor die Joodse wortels in dit boek. Het tweede hoofdstuk is hieraan gewijd, en ook komt dit verband tussen Jodendom en Christendom tijdens diverse andere onderwerpen aan bod.
De tweede rode draad die doorheen het boek loopt kan omschreven worden als de Persoon en het werk van Jezus Christus. Hij is natuurlijk de centrale Figuur in alle thema’s die aan bod komen. Ouweneel schrijft dan ook met veel respect, ontzag en liefde over Jezus Christus. Niet alleen zijn werk, zijn positie en daden zijn kostbaar, de Persoon Jezus zélf is kostbaar. Ik citeer: “Het is niet een bepaalde boodschap, een bepaald leerstuk, maar alleen de persoon van de Christus die het christendom tot christendom maakt” (blz. 62). Het vierde hoofdstuk is gewijd aan Jezus Christus, maar ook doorspekt Hij alle andere thema’s.
De laatste rode draad is de praktijk van de christelijke leefstijl. Het christelijk geloof kan niet slechts bestaan uit theorie, dat laat de Bijbel niet toe. Het christelijk geloof dient heel ons leven te doordrenken en zichtbaar te worden in onze daden en levenshouding. Daar gaat hoofdstuk acht over. Maar ook deze gedachte komt in diverse andere hoofdstukken terug.
Een ander onderwerp dat ook de nodige aandacht krijgt is het koninkrijk van God. Ouweneel meent dat dit een sterk verwaarloosd thema is en dat terwijl het zo vaak aan bod komt in de Bijbel. Dus daar gaat hoofdstuk zeven over. Maar het koninkrijk van God staat niet los van andere onderwerpen die deel uitmaken van de kern van het christelijk geloof. Een goed begrip van het koninkrijk van God is noodzakelijk om de andere thema’s beter te begrijpen.
Overige thema’s die aan bod komen zijn de Bijbel, verlossing, de gemeente en de toekomst. Verwacht geen klassieke benaderingen van deze onderwerpen zoals wel vaker het geval is in boeken en artikels. Ouweneel slaagt erin om op een originele manier en via verrassende invalshoeken deze thema’s te benaderen (wat bij de overige thema’s ook gewoonlijk het geval is). Zo begint hij bijvoorbeeld het onderwerp verlossing met de vraag of we het wel eerlijk en rechtvaardig vinden dat een onschuldig iemand de straf van een crimineel zou dragen en de crimineel daardoor vrijuit mag gaan. Welke rechtbank zou dat toestaan? Ik laat het aan de lezer om zelf in dit boek uit te zoeken hoe dat goed komt.
Zoals gezegd citeert Ouweneel heel wat uit de Bijbel en verwijst hij vaak naar personen, verhalen of gebeurtenissen of Bijbelverzen. Wellicht zal niet elke lezer meteen elke verwijzing vatten of mee zijn in het betoog. Geregeld ontstaat er een aaneenschakeling van Bijbelverzen rond een bepaald woord of onderwerp. Zoals we dat van Ouweneel gewoon zijn is er namelijk een stevige onderbouwing met Bijbelverzen. Dit kan voor sommige lezers wat overdonderend overkomen, maar anderzijds krijgt de lezer hierdoor de mogelijkheid om zich zelf verder te kunnen verdiepen. Echter, ook zonder alles te gaan opzoeken in de Bijbel kan de lezer de verhaallijn nog vlot volgen.
Elk hoofdstuk eindigt met enkele vragen voor gesprekskringen die echter ook kunnen dienen om individueel verder na te denken over het desbetreffende onderwerp.
Ik kan dit boek dan ook van harte aanbevelen. Maar aan wie? Wel, aan iedereen die zich (opnieuw) eens wil verdiepen in de kern van het christelijk geloof. Wie dat nog niet eerder gedaan heeft, zal hier zeker zijn gading vinden. Wie hier wel al meer mee vertrouwd is zal wellicht toch nieuwe inzichten en boeiende invalshoeken ontdekken. Maar elke lezer zal toch (weer opnieuw) onder de indruk zijn van de schoonheid van het evangelie en van de kostbare persoon Jezus Christus.
Willem J. Ouweneel, Dit geloof ik, en heb ik al die jaren willen doorgeven (KokBoekencentrum, 2020, 175 blz.)