door Maarten Hertoghs – Samuel Wells is theoloog en predikant van St. Martin-in-the-Fields in Londen. Het is nogal ambitieus om een nieuwe weg voor de kerk neer te schrijven. Wells probeert dat en, toegegeven, hij slaagt erin om mij alvast enthousiast te maken.
Een streepje achtergrond. St. Martin-in-the-fields is de kerk die bij Trafalger Square ligt (centraal op de foto). Midden in het bruisende hart van Londen en dus in een context die de meeste kerken niet hebben. Doorheen het boek beschrijft Wells de activiteiten van hun kerk en die zijn dus te begrijpen in dit licht. Behoorlijk onhaalbaar in onze Vlaamse context. Het komt er dus op aan een vertaalslag te maken en bepaalde principes mee te nemen uit dit boek.
In zes hoofdstukken legt Samuel Wells zijn visie op die nieuwe weg voor de kerk uit. Hij spreekt over kansen voor de kerk, waarin gemeenschappen belangrijk zijn. Gemeenschappen die gekleurd worden door hoop, diversiteit, nederigheid, creativiteit, … Daarnaast komen investeren in het koninkrijk vanuit dankbaarheid en een verbinding tussen de kerk en zaken doen aan bod. Liefdadigheid en cultuur volgen, waarna het verwezenlijken van Gods aanwezigheid de rij sluit.
Elk van deze onderwerpen wordt aan een kritische blik onderworpen: hoe werkt het momenteel in veel kerken, wat is er goed en wat zou een nieuwe weg kunnen zijn? Daarin schroomt Wells de heilige huisjes niet. Zijn blik is open naar de kerk en naar de wereld, zonder al te naïef te zijn. Ik citeer een erg belangrijke zin (p.151): “De stelling van het boek is simpel: betrokkenheid in commerciële, compassievolle en culturele initiatieven berooft de kerk niet van haar energie, identiteit of focus – integendeel, het kan ervoor zorgen dat gemeenten de bronnen voor hun eigen vernieuwing terugkrijgen.”
Wells’ stelling en zijn uitwerking ervan in het boek resoneert wel bij mij, moet ik zeggen. Hoewel ik er onderdeel van uitmaak, loop ik al lang aan tegen het gegeven dat de grootste hap van de ‘kerkelijke energie’ gaat naar de zondagsamenkomsten. Die hap is de voorbije decennia in onze evangelische kerken alleen maar groter geworden. Doordeweekse samenkomsten zijn voor velen hoe langer hoe moeilijker. Het is interessant om te zien dat er desondanks niet meer energie is om die zondagsamenkomsten neer te zetten. Zijn er, in vergelijking met tien jaar geleden, meer mensen bereid om zondagklassen te doen, de koffie te zetten, diensten te leiden, te spreken, creatieve invulling te geven, …? We doen minder en toch lijkt er niet meer energie te zijn. We zoeken de schuld quasi altijd in onze jachtige maatschappij en voor een deel klopt dat wellicht wel. Toch denk ik al langer dat het verhaal breder is: hoe minder beweging, hoe meer stilstand. We werken veelal op het status quo en op langere termijn verdwijnt ons enthousiasme en met ons enthousiasme onze energie. Dat zie ik ook bij Wells. Zijn stelling dat kerkelijke betrokkenheid in initiatieven de kerk niet berooft van energie, identiteit of focus, maar net een bron van energie kan zijn, wil ik graag onderschrijven. Als mensen een visie hebben en daar in een kleine gemeenschap of groep voor gaan, dan moet je meestal niet ver zoeken naar energie en is er best wel wat mogelijk qua tijd. Kortom, we moeten hoogdringend onze kerkelijke focus verleggen, willen we weer leven zien.
De kerken zitten nagenoeg in lockdown, dus veel activiteiten liggen stil. We zullen er niet onmiddellijk van verlost zijn. Een mooie gelegenheid om dit boekje te lezen, je te laten inspireren en te dromen.
Van harte aanbevolen!
Samuel Wells, De toekomst die groter is dan het verleden, (Kokboekencentrum, 2020, 208 blz.)