Numeri 27 – Verwerp mij niet in de ouderdom
Numeri 27, Psalmen 70-71, Jesaja 17-18, 1 Petrus 5 De meeste christenen hebben geluisterd naar getuigenissen die ons vertellen hoe een man of vrouw een leven van vruchteloosheid en openlijke ontaarding leidde, of op zijn minst van stille wanhoop, voor hij of zij christen werd. Oprecht geloof in de Heer Christus bracht een persoonlijke revolutie […]
Numeri 26 – ‘Maar mijn gebed is tot U, HERE, ten tijde des welbehagens’
Numeri 26, Psalm 69, Jesaja 16, 1 Petrus 4 In zeker opzicht toont Psalm 69 David die zijn hart uitstort voor God, terwijl hij smeekt om hulp bij de buitengewone druk en tegenstanders waar hij voor staat. Misschien dat we niet alle omstandigheden kunnen reconstrueren die hier in poëtische vorm gepresenteerd worden, maar David werd […]
Numeri 25 – Niet vervloekt, wel verleid
Numeri 25, Psalm 68, Jesaja 15, 1 Petrus 3 Er is meer dan één manier om het volk van God te verslaan. Balak wilde dat Bileam de Israëlieten zou vervloeken (Num. 22-24). Onder bedreiging van Goddelijke sancties, hield Bileam vol en verkondigde hij alleen wat God hem te zeggen gaf. Maar hier in Numeri 25 […]
Numeri 24 – Had ik onrecht beoogd in mijn hart, dan zou de Here niet hebben gehoord
Numeri 24, Psalmen 66-67, Jesaja 14, 1 Petrus 2 In een tijd waarin de ‘praiseliederen’ talrijk zijn, zijn mensen geneigd te denken dat onze generatie buitengewoon rijk is in lofprijs. We weten toch zeker wel meer over lofprijs dan onze duffe ouders en grootouders in hun sombere pakken, die tijdens hun stijfdeftige diensten druk waren […]
Numeri 23 – Hoe zal ik vervloeken, die God niet vervloekt? Hoe zal ik verwensen, die de HERE niet verwenst?
Numeri 23, Psalmen 64-65, Jesaja 13, 1 Petrus 1 Bileam erkent dat hij geen controle heeft over de gezichten die hij ontvangt (Num. 23). Hij kan zelfs niet met zekerheid zeggen of hij een gezicht zal ontvangen: ‘misschien zal de HERE mij tegemoet komen’ legt hij uit (23:3). ‘En de HERE legde een woord in […]
Numeri 22 – Offer niet je onafhankelijkheid op het altaar van materiële voorspoed
Numeri 22, Psalmen 62-63, Jesaja 11-12, Jakobus 5 Onlangs kreeg ik telefoon van een man die me vertelde dat hij mij op zijn loonlijst wilde als zijn persoonlijke theoloog. Wanneer hij me dan zou opbellen of schrijven, zou ik moeten proberen zijn vragen te beantwoorden. Ik nam de moeite niet te vragen wat de figuur […]
Numeri 21 – De koperen slang: wie daarnaar ziet, wanneer hij gebeten is, zal in leven blijven
Numeri 21, Psalmen 60-61, Jesaja 10:5-34, Jakobus 4 Het korte verslag van de bronzen slang (Num. 21:4-9) is waarschijnlijk beter bekend dan andere Oudtestamentische verslagen van vergelijkbare lengte. Het ligt wellicht aan het feit dat er door Jezus zelf naar wordt verwezen in Johannes 3:14-15: ‘En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, […]
Numeri 20 – De Rots wordt maar één keer geslagen
Numeri 20, Psalmen 58-59, Jesaja 9:8-10:4, Jakobus 3 Er zijn maar weinig passages in de Pentateuch die bij een eerste keer dat je ze leest nog meer ontmoedigend zijn dan het resultaat van Numeri 20:1-13. Maar het verslag draagt ook een aantal subtiele complexiteiten mee. Het begint met meer van het gebruikelijke gezeur. De behoefte […]
Numeri 19 – ‘Op God vertrouw ik, ik vrees niet … Op God, wiens woord ik prijs’
Numeri 19, Psalmen 56-57, Jesaja 8:1-9:7, Jakobus 2 Op Amerikaanse munten staan de woorden ‘In God we trust’ (Op God vertrouwen wij). In onze pluralistische tijd is het niet onredelijk om te antwoorden met ‘Op welke God?’. Zelfs al zou het antwoord daarop een eenduidig ‘de God van de Bijbel’ zijn, dan vermoed ik dat […]
Numeri 17-18 – Alleen de staf van Aäron bloeit!
Numeri 17-18, Psalm 55, Jesaja 7, Jakobus 1 In een bepaald opzicht rondt het korte verslag in Numeri 17 het ‘rebellenrapport’ uit het vorige hoofdstuk af (o.a. de NBV-vertaling ordent deze verzen ook bij hoofdstuk 16). God wil af van het constante gemopper van de Israëlieten die nu Aärons priesterlijke gezag in twijfel trekken (17:5). […]