door Levi Verstraeten – In vele christelijke kerken is deze dagen de kerkverlating een brandend thema onder de jonge generatie. Jonge christenen tussen 16 en 35 jaar krijgen een eigen kijk op de kerk van hun opvoeding en zetten hun geloofsreis verder zonder de kerk. Ouders die wel in de kerk blijven, worstelen met gevoelens van verdriet en machteloosheid over de keuze van hun kinderen. Henk Fonteyn, een voormalig protestants predikant en zelf vader van kerkverlatende kinderen wil met deze bijdrage het gesprek verder blijven voeren. Eerst met de blijvers in de kerk, maar daarna ook in de huiskamer, aan tafel tussen de ouders en de kinderen.
De basisredenen om naar de kerk te blijven gaan zijn voor de auteur het besef dat ‘ik niet de eerste en niet de enige gelovige ben’, de waardering voor datgene wat overgeleverd is en de ‘tegenwoordigheid van Geest’ in de gemeente. Hij wil antwoorden geven op de vraag waarom de kerk net wel nog inspiratie en zin geeft aan ons leven. Doorheen twaalf thema’s brengt hij ons terug naar de vreugde van kerk-zijn.
Die redenen zijn: (1) om te leren leven bij waarden en normen, (2) om iets te snappen van wat anderen beweegt of bewoog, (3) om samen met anderen te zingen, (4) om niet af te stompen voor het wereldleed, (5) om het geven niet te verleren, (6) om cultuur op te snuiven, (7) om er aardige mensen te ontmoeten, (8) om te bidden, (9) om de Bijbel te lezen en te horen uitleggen, (10) om de ontmoeting met alle generaties te ervaren, (11) om te beseffen dat ik niet de eerste en niet de enige ben, (12) om steun te vinden in eeuwenoude rituelen.
Deze antwoorden werkt hij kort en praktisch uit, altijd uitgaande van zijn eigen leefwereld. Toch sluit hij ook elk antwoord af met een tegenstem om zijn kritische gedachten een plaats te geven.
Het boek is oprecht geschreven en helpt kerkgaande ouders en bij uitbreiding iedereen die naar de kerk gaat zelf na te denken over het waarom van het kerk zijn. In die zin is het een uitnodiging om te onderzoeken wat ons drijft en om dat dan ook verder uit te werken en te leren overbrengen. Door de handige hoofdstukken kunnen ouders gemakkelijk de bouwstenen vinden om de dialoog met eigen kinderen levend te houden. De schrijver is hierin de lezer voorgegaan door zelf dit gesprek met zijn kinderen te voeren en aan het einde van het boek ieder van hen aan het woord te laten.
Wel moet je er als Vlaams-evangelische lezer eerst wat inkomen. Het pleidooi voor de kerk is geschreven vanuit Nederlands-protestantse achtergrond en dat is zowel in taal als traditie merkbaar. De schrijver spreekt onder andere zijn waardering uit voor het kerkelijke jaar, de rijkdom van de liturgie, de rituelen van doop en avondmaal en het maatschappelijk relevant zijn. Maar misschien is het net hierom wel een aanrader voor zowel evangelische kerkleiders als kerkleden. De rijkdom van de christelijke traditie is aanstekelijk beschreven. Het kan ons voor een zelfkritische vraag plaatsen. Welke traditie hebben we als kerk overboord gegooid en hebben we daarmee ook het kind met het badwater weggegooid?
Toch zie ik in het boek ook enkele gemiste kansen. De schrijver gaat niet veel dieper in op het perspectief van het heilsplan. Hij schrijft over de kerk en de boodschap van de kerk, maar gaat niet diep in op de toekomstverwachting van de komst van Gods koninkrijk, de kerk als bruid die verwachtend uitkijkt naar de bruidegom en in de spanning ontspannend wacht op de wederkomst van de verrezen Heer.
Het boek geeft antwoorden en pleit om terug naar de kerk te gaan. Voor de blijvers is dit geruststellend. Maar wil de hedendaagse jonge generatie nog antwoorden? Of wil ze eerst zelf gehoord worden? Het zoeken naar de reactie van de kerkverlaters krijgt te weinig ruimte. De tegenstem bij elk antwoord komt van de auteur zelf. Deze wordt telkens kort en voorspelbaar weergegeven. Als onderzoeker van de thematiek rond ‘kerkverlating onder jongeren’ lijkt het me fair om eerst te zoeken naar de tegenstem bij de jongeren. Het boek mist het onderzoekende karakter naar wat jongeren zelf tegen deze antwoorden inbrengen.
Desalniettemin brengt dit boekje een noodzakelijke thematiek in de Lage Landen naar boven en kan het kerkleiders en leden in Vlaanderen stimuleren om te reflecteren over datgene waarvoor we wel eens onze ogen sluiten.
Henk Fonteyn, Als je kinderen niet meer gaan (Ark Media, 2015, 96 blz.)