door Raymond Volgers – In het boek Zorgen voor een eigenwijze kudde blaast Patrick Nullens de bijbelse beelden van herders en schapen nieuw leven in. Met het begrip ‘eigenwijs’ in de titel wordt niets negatiefs bedoeld. De meeste West-Europese, postmoderne mensen – schapen – zijn mondig en zelfstandig (‘eigen’) en goed geïnformeerd (‘wijs’). Dit boek helpt pastorale leiders vandaag – herders – op weg om deze eigentijdse schapen te ondersteunen om op hun levensweg een gezonde balans te vinden tussen zelfstandigheid en afhankelijkheid, vrijheid en verantwoordelijkheid, eigen-wijsheid en wijsheid van boven. Het kan het beste worden gelezen in het verlengde van het boek Verlangen naar het goede (2006). Het ‘zorgen voor’ borduurt verder op het ‘verlangen naar’. In zijn voorgaande werk bespreekt Nullens de fundamentele bouwstenen van de christelijke ethiek en legt hij vooral de verbinding tussen ethiek en dogmatiek. In dit werk bespreekt Nullens de pastorale en missionaire uitdagingen voor de christelijke ethiek en legt hij vooral de verbinding tussen ethiek en pastoraat.
De kunst van het interpreteren
Door welke bril kijken christenen naar de morele werkelijkheid? Hoe worden ingrijpende, pastorale levensgebeurtenissen geïnterpreteerd? Samen leren interpreteren is volgens Nullens een hoofdactiviteit in de christelijke ethiek? In dit ethisch-hermeneutische proces ligt de pastorale taak om de levensverhalen van mensen te verbinden met de werkelijkheid in al haar facetten. In het geseculariseerde West-Europa is een belangrijk raamwerk verloren gegaan om de werkelijkheid goed te kunnen interpreteren, namelijk het transcendente raamwerk waarin oog is voor de geestelijke wereld. De mens zelf staat centraal, het gaat om persoonlijke verhalen en de nadruk ligt op waarden als vrijheid en authenticiteit. Nullens wijst erop dat juist het transcendente raamwerk diepteperspectief geeft aan de menselijke beleving in tijd en ruimte. Het persoonlijke verhaal kan in een groter verband worden geplaatst, wat heel belangrijk is om zingevingsvragen te kunnen beantwoorden. Het licht van Gods werkelijkheid werpt licht op de dagelijkse werkelijkheid.
De ‘christuswerkelijkheid’ in het pastoraat
In heel het boek is Dietrich Bonhoeffer (1906-1945) de gesprekspartner en inspiratiebron van Patrick Nullens. De Duitse predikant, theoloog en verzetsstrijder tegen het Nazisme wordt veelvuldig geciteerd. In de ethiek van Bonhoeffer staat Jezus Christus centraal. Hij ziet Christus als “de verbinding tussen de werkelijkheid van God en de werkelijkheid van de wereld.” In Jezus Christus is God in de zichtbare werkelijkheid binnengekomen. Dit noemt Bonhoeffer de ‘christuswerkelijkheid’, wat een nieuw lievelingswoord van Nullens blijkt te zijn. Christenen kunnen de werkelijkheid alleen correct interpreteren in het licht van de ‘christuswerkelijkheid’. Het is dus zaak voor christenen om de ‘christuswerkelijkheid’ uit te leven, d.w.z. leven in navolging van Christus en de gezindheid van Christus aannemen. Het kruis staat centraal in de ‘christuswerkelijkheid’ en de nadruk ligt dus op waarden als barmhartigheid en liefde. De geheimen van de geestelijke oefeningen moeten volgens Nullens worden herontdekt in West-Europa. Hij schrijft: “Misschien hebben we als eigenwijze schapen meer dan genoeg kennis, maar missen we vooral dit element van afhankelijk luisteren en stilstaan bij de christuswerkelijkheid.”
Gebrokenheid en tragiek
Nullens onderstreept samen met Bonhoeffer dat we in een gebroken wereld leven. Als voorbeeld noemt hij hoe verschillend er wordt gedacht over huwelijk en gezin in de kerk en in de samenleving. Hij besteedt zelfs twee hoofdstukken aan dit onderwerp. Het licht dat hij in dit verband werpt op onderwerpen als echtscheiding en homoseksualiteit (wat ik hier niet ga verklappen) is erg interessant, al had hij hier wat mij betreft zeker dieper op mogen ingaan. Vervreemding in relaties, gebrokenheid en gekwetstheid zijn overal om ons heen zichtbaar aanwezig. Het valt in een gebroken wereld niet mee om goede keuzes te maken. In een gebroken wereld is het onvermijdelijk om niet gewond te raken in het leven. In het pastoraat is dus altijd een tragisch element aanwezig. Ook hier is de ‘christuswerkelijkheid’ belangrijk voor het pastoraat. Jezus Christus is zelf ook gewond geraakt. Jezus Christus biedt hoop met de boodschap van het koninkrijk van God. In Jezus Christus ontvangt iedereen heling en vergeving. In Jezus de goede herder vinden wij God in onze ellende.
Samen op weg met een missie
Nullens benadrukt de relevantie van de kerk als morele gemeenschap in een individualistische samenleving. De missionaire kerk leeft en beweegt vanuit de vier kernwaarden zending, gemeenschap, waarheid en barmhartigheid. De missionaire kerk “biedt eigenwijze schapen een grondhouding om in de dagelijkse werkelijkheid anders te zien (interpretatie) en anders te leven (transformatie).” De missionaire kerk wordt vandaag geconfronteerd met vele culturele en pastorale uitdagingen. Nullens benoemt veel van die uitdagingen, maar hij geeft volgens mij wel onvoldoende antwoorden op de vragen hoe we deze uitdagingen heel concreet moeten aangaan en hoe dit heel concreet vorm krijgt in het pastoraat. Terecht wil hij zelf geen pasklare antwoorden geven, maar ik had wel wat meer bruikbare handvatten verwacht waarmee we aan de slag kunnen met onze eigen verantwoordelijkheid. In Zorgen voor een eigenwijze kudde is nog steeds de dogmaticus aan het woord en niet de pastoraal werker. De nadruk ligt op een goed fundament, zoals in Verlangen naar het goede. Dat neemt niet weg dat dit fundament stevig wordt gelegd met nieuwe accenten voor de pastorale praktijk. Nullens schenkt talloze scherpe, heldere, diepe en bijbelse inzichten, waar zowel de schapen als de herders hun voordeel mee kunnen doen.
Patrick Nullens, Zorgen voor een eigenwijze kudde: Een pastorale ethiek voor een missionaire kerk (Boekencentrum, 2015, 174 blz.)