indekerk

Wanneer de hemel doorbreekt op aarde

image.aspdoor Raymond Hausoul – Wereldwijd zijn er al meer dan 300.000 exemplaren van Bill Johnsons Wanneer de hemel doorbreekt op aarde verkocht. In dit boek richt de schrijver zich op de dagelijkse praktijk van het christelijk leven. Johnson denkt positief kritisch na over de betekenis van de bekering en het geloof in het leven van een christen. Te gemakkelijk komt het accent in de christelijke geloofswandel op de persoonlijke verantwoordelijkheid te liggen en vergeten christenen de zegeningen die God hen in het christenleven gaf. Oog voor het belang van het geloof in het goede van God voor vandaag, dient daarom opnieuw op de agenda van de gemeente te staan. Johnson verlangt ernaar medechristenen uit te dagen in de strijd van het geloof te wandelen.

In zijn boek heeft hij daarbij grote aandacht voor de bouw van Gods grote koninkrijk. Niet de redding is, volgens Johnson, Gods doel met deze schepping. Gods doel bestaat in de voltooiing van zijn koninkrijk (p.81). Via dit accent van het koninkrijk, daagt Johnson zijn lezers uit het denken van de wereld te verlaten en in geloof risico’s te nemen. Hij breekt een lans voor het evenwicht tussen Gods Woord en Geest in de christelijke geloofswandel. Christenen moeten beseffen dat zowel Gods Geest als Gods Woord hen wil onderwijzen in de dingen van het koninkrijk en wil helpen dat koninkrijk op aarde vandaag al zichtbaar te maken. De auteur verfrist het perspectief van de christen op deze facetten van het koninkrijk en stemt zijn lezers tot nadenken over de grote betekenis van het christelijke geloof voor het koninkrijk Gods.

Doorheen het boek noemt Johnson vele prachtige facetten van het koninkrijk. Het koninkrijk is een verrijking voor de kerk en van kostbare waarde voor het dagelijkse geloofsleven. Johnson wil dan ook graag dat het koninkrijk meer vanuit de hele Bijbel wordt bekeken. Het valt daarbij op dat hij zijn eigen hoofdstukken hierover minder Bijbels-theologisch ordent en eerder vertrekt vanuit een eigen thematische indeling over het koninkrijk. Dit heeft als nadeel dat verschillende uitspraken uit de evangeliën met elkaar worden gemixt als het om het koninkrijk gaat. De verschillende accenten die de evangelisten over het koninkrijk presenteren komen niet aan bod. Zo valt het bijvoorbeeld op dat Johannes de term ‘koninkrijk’ maar zelden in zijn evangelie gebruikt en voornamelijk over het ‘eeuwige leven’ spreekt. Het ‘eeuwig leven’ is hierbij een uitdrukking voor de inwendige vernieuwing die het koninkrijk van God tot stand brengt. Lucas daarentegen gebruikt de term ‘eeuwig leven’ eerder summier en beschrijft het koninkrijk vooral als de plaats waar de sociaal-zwakkeren welkom worden geheten. De implicaties van deze accenten zouden nog sterker naar voren mogen komen in Johnsons onderwijs over het koninkrijk.

Een ander element dat ik sterk mis in Johnsons betoog over het koninkrijk, is de fysieke zichtbaarheid ervan. Johnson beperkt de christelijke hoop tot een niet-fysieke realiteit die hij typeert als ‘de hemel’. Over een ‘nieuwe aarde’, als eeuwige bestemming van de christen, wordt niet gesproken (p.92). In de toekomst is er immers niet alleen sprake van een ‘nieuwe hemel’, maar ook van een ‘nieuwe aarde’. Ondanks deze kritische punten, is het boek een prachtige stimulans om het eigen leven opnieuw in het licht van het koninkrijk te plaatsen en te beseffen dat God een fantastisch plan heeft met Zijn schepping.

 

Bill Johnson, Wanneer de hemel doorbreekt op aarde, (Arrowz, 2013, 238p)

Share:

Facebook
Twitter
Pinterest
LinkedIn