door Filip De Cavel – Laat me beginnen met enkele disclaimers. Ik heb nog nooit in tongen gesproken, ben niet zo goed thuis in de kerkvaders (patristiek), de stilte schrikt me af, en ik betrap me af en toe op (misplaatste?) gevoelens van argwaan tegenover charismatische vernieuwingsbewegingen. Et voilà, mijn kaarten op tafel. Dan lijkt het lezen van een boek als dat van de Zweed Peter Halldorf, de ‘Pinkstermonnik’, op ware zelfkastijding want dit is een boek over de (manifestaties van de) Heilige Geest, de kerkvaders, een contemplatieve levensstijl en alles wat maar raakvlakken heeft met deze thema’s.
Maar dan zet Halldorf het boek sterk theologisch in met de Heilige Geest te situeren binnen de Drie-eenheid. Halldorf gebruikt de gekende en minder bekende metaforen om dit mysterie te beschrijven. De Drie-eenheid als een interne ‘dans’ (perichoresis; zie ook boekbespreking van ‘De Goddelijke Dans‘) die de mens uitnodigt mee te dansen; Gods Geest als ‘lasso’ die ons voorzichtig vangt en naar Jezus’ hart toe trekt; de tongentaal als de logische consequentie van de apofatische theologie op het gebied van gebed. “Stilheid en tongentaal zijn de beste reactie op wat wij ervaren wanneer de Heilige Geest ons overweldigt.”
En dan lees ik zinnen als “Heiligheid geurt.” Of nog, “Tongentaal is de uitdrukking van een gebed dat God niet probeert te vangen […].” Prozaïsche voorbeelden van hoe Halldorf schrijft: opiniërend, geladen, breed inleidend en strak. Zijn ‘Vol van de Geest’ doet je kennismaken met vertrouwde thema’s of woorden uit de christelijke theologie zoals bijvoorbeeld ‘heiligheid’, ‘Drie-eenheid’, ‘ruach’, ‘Abba’, ‘chronos’, ‘kairos’, ‘zalving’, …begrippen die op één of ander moment (her)ontdekt werden en een plekje hebben veroverd in ons spreken en denken over God, Jezus en de Heilige Geest. Halldorf is alvast goed op de hoogte van de populaire evangelische en pinksterliteratuur, dat merk je aan zijn encyclopedische kennis van al deze begrippen.
Mijn disclaimer in gedachte, Halldorf benoemt zonder schroom de problemen die opduiken wanneer men overhelt in één of de andere richting. Hij komt daarmee de lezers tegemoet die zelf ook hun buik vol hebben van excessen maar Halldorf weigert daarbij mee te gaan in de consequentie van die argwaan. Integendeel, Halldorf nodigt uit om het kind niet met het badwater weg te gooien. Heel dit boek doet je even stilstaan, zet het even op een rij, om je vervolgens mee te nemen in de historische, bijbelse en theologische rijkdom van ons denken over de Heilige Geest.
De oecumenische insteek zal sommige lezers bevreemden, en soms komt het bruggen bouwen wat te gekunsteld over. Maar wat Halldorf uniek maakt, is zijn vertrouwdheid met twee stromen binnen de christelijke traditie: de contemplatieve en de charismatische. Of om het even plat te stellen, de wereld van de Oosterse christenen en de Pinkstervrienden. Die vertrouwdheid nodigt uit om verder te lezen ook al valt er per hoofdstuk af te dingen op enkele theologische uitgangspunten of methodieken.
Dit boek is voldragen, en dat merk je aan de manier waarop Halldorf bijna 30 jaar aan onderzoek en ervaring, samenbundelt in 21 hoofdstukken, vervolledigd met een korte beschrijving van personen en werken. Ik wens dit werk toe gelezen te worden door zij die honger hebben naar een genuanceerd denken over de relatie tussen de Heilige Geest en de mens, door zij die opgegroeid zijn of kerken in een pinkstergemeente, en door evangelische christenen die eens een alternatief pinkstergeluid willen horen. Dit is geen strikt theologisch boek maar staat wel bol van begrippen die de niet-theoloog zouden kunnen afschrikken. Halldorf doet echter zijn best om begrippen goed te introduceren, toe te lichten om ze vervolgens te interpreteren. Dat vraagt zeker een inspanning maar nogmaals, de rijkdom aan herkenbare of originele (voor)beelden én de aangename prozaïsche taal maken dit boek lezenswaardig.
Peter Halldorf, Vol van de Geest: Hoe de Heilige Geest het dagelijks leven verrijkt, (Carmelitana & Ark Media, 2018, 336 blz.)