indekerk

Uit sterrenstof gemaakt

door Raymond. R. Hausoul – Het is een moedige uitdaging om het spreken over God en het christelijke geloof in gesprek te brengen met allerlei kosmologische ontwerpen uit de geschiedenis. Wil van den Bercken neemt die uitdaging aan in zijn nieuwe boek. Hij erkent daarin dat het woord ‘God’ voor veel moderne kosmologen taboe is geworden. Wie over God spreekt lijkt wetenschappelijk niet meer te vertrouwen.

In dit boek laat Wil van den Bercken zien dat dit een valse bewering is. Hoewel het perspectief van de Bijbelse auteurs op de kosmos eveneens door een groot aantal primitieve gedachtes uit de oudheid wordt beïnvloed, houden zij eraan vast dat de kosmos een uitdrukking van Gods grootheid is. Het geloof in God en het nuchtere fatsoenlijke nadenken over de kosmos kan samengaan. Wil van den Bercken besteedt daarom uitvoerig aandacht aan allerlei filosofisch-wetenschappelijke kosmologieën die in de geschiedenis opkwamen. Bijzondere aandacht heeft hij hierbij voor de fijn-afstelling, de finetuning, van het heelal.

Het boek laat op talrijke manieren vanuit de geschiedenis zien hoe gemakkelijk allerlei (metafysische) filosofieën de wetenschap over de kosmos bepalen. Hierbij hoeven we niet alleen te denken aan niet-christelijke gedachten. Ook christen hadden bepaalde opvattingen over het heelal die zij in de Bijbel onterecht terug zagen en als ‘nieuwe waarheid’ meenamen in hun benadering van de kosmos. Geloof en wetenschap konden daardoor gemakkelijk vijanden van elkaar worden voor wie het eigen wereld-, mens- en Godsbeeld bij zichzelf niet meer herkende. Voorbeelden hiervan laat Wim van den Bercken zien in het vraagstuk of de kosmos zichzelf heeft voortgebracht of dat het zijn oorsprong vond in iets of Iemand anders.

Elf natuurwetenschappers die Wil van den Bercken uitgebreid bespreekt zijn: Nicolaas Copernicus, Giordano Bruno, Johannes Kepler, Galileo Galilei, Isaac Newton, Pierre-Simon Laplace, John Herschel, Georges Lemaître, Georg Gamow, Stephen Hawking en Lawrence Krauss. De bespreking gebeurt met reflectie op de vraag naar God en de betekenis daarvan voor de kosmologie. Het boek biedt daardoor een mooi overzicht in gemakkelijk te behappen brokken.

Persoonlijk had ik het wel als winst ervaren als de auteur breder was gegaan dan alleen het vertellen van de historische gebeurtenissen en het stellen van enkele vragen daarbij. Zo vindt er weinig tot geen interactie tussen de christelijke geloofsleer en de kosmologie plaats. Hierbij hoeft de schrijver zich niet te laten beperken tot het gesprek over schepping en kosmologie. Er is in dat opzicht ook ruimte voor het thema van de toekomst van de kosmologie en de christelijke toekomstverwachting. Ook deze thematiek mag gerekend worden tot ‘moderne kosmologie en het religieuze wereldbeeld’ (de subtitel van het boek). Op welke wijze is het bijvoorbeeld mogelijk om het kosmologische doemscenario van een Big Rip of Big Crunch met de christelijke hoop op de opstanding van alle dingen te verbinden? Doordat dit doorvragen vanuit het christelijke geloof ontbreekt, beperkt het boek zich nu nog te veel tot een encyclopedische opsomming van kosmologische perspectieven.

Wil van den Bercken, Uit sterrenstof gemaakt, (Kokboekencentrum, 2020, 128 blz.)

Share:

Facebook
Twitter
Pinterest
LinkedIn