In zijn boekje Tien beelden bespreekt de auteur tien gelijkenissen. Hij gaat daarbij op zoek naar de essentie van de gelijkenis. Elke gelijkenis wordt met een centrale gedachte verbonden: De zaaier (hoop), Het zaad (geduld), de onbarmhartige dienaar (vergeving), de arbeiders in de wijngaard (rechtvaardigheid), de tien meisjes/maagden (goed voorbereid), de talenten (vertrouwen), de barmhartige Samaritaan (naastenliefde), het verloren schaap (vreugde), de onrechtvaardige rentmeester (creativiteit), de farizeeër en de tollenaar (vrijspraak).
Wie denkt dat hij de gelijkenissen nu wel al voldoende gelezen heeft en er genoeg over gehoord en gelezen heeft, zal (wellicht) toch verrassende gedachten en inzichten tegenkomen. De schrijver durft het verhaal eens van een andere kant te bekijken dan dat gewoonlijk het geval is. Zo geeft hij in de gelijkenis van de zaaier behoorlijk veel aandacht aan de zaaier zelf in plaats van aan het zaad, zoals dat bij de uitleg van de gelijkenis (zoals dat in de Bijbel zelf staat) wel het geval is. Het levert een andere kijk op het verhaal. Anderzijds zorgt de beperkte aandacht voor het zaad zelf ervoor dat er daarover wel wat meer kon gezegd worden. Dat gevoel bekruipt je meermaals, er valt nog meer te zeggen, maar het is dan ook de opzet van het boekje om korte hoofdstukjes over elk van deze tien gelijkenissen te schrijven die de kern naar voor proberen te brengen waarmee de lezer verder kan nadenken. De gespreksvragen helpen daarbij.
Interessant is dat de schrijver aandacht heeft voor de aanleiding en de context waarin de gelijkenissen worden verteld. Die plaatsen de gelijkenissen immers in een breder kader, zoals het ook bedoeld is door de evangelieschrijvers zelf. Ook legt de schrijver verbanden tussen gelijkenissen of verbindt hij een gelijkenis met een andere tekst in het evangelie. De schrijver doet dat doordacht en met verrassende resultaten. Luttikhuis geeft ook duiding bij de betekenis van woorden zoals die in het Grieks gebruikt worden. Dat geeft dan weer een verhelderend zicht op de gelijkenis zelf, omdat de connotatie of het versterkend effect van het Grieks woordgebruik duidelijk wordt.
Dit is geen boekje om zomaar even door te lezen. Na elk hoofdstuk stop je beter om de boodschap van de gelijkenis te overdenken. Want, zo zegt de schrijver terecht, Jezus vertelde deze verhalen om een reactie bij zijn hoorders teweeg te brengen, ook bij ons vandaag nog (blz. 8). Het boekje leent zich uitstekend voor persoonlijke stille tijd, terwijl het ook bedoeld is om te gebruiken in gesprekskringen.
Ben ik het met alles eens wat deze schrijver over de gelijkenissen te vertellen heeft? Nee, niet helemaal, maar het is wel de verdienste van de schrijver dat hij de lezer uitnodigt om elke gelijkenis toch maar eens aandachtiger dan gewoonlijk te bekijken.
Ik wil dit boekje graag aanbevelen. Je zult er geen exegetische vers-voor-vers benadering van de tekst in vinden, maar wel geprikkeld worden om nog eens goed na te denken bij elk van deze gelijkenissen. Dat is precies ook de sterkte van dit boekje; je hoeft je niet door een moeilijk Bijbelcommentaar heen te worstelen om toch de essentie, de context en belangrijke duidingen van de besproken gelijkenissen te kunnen vatten.
Bernard Luttikhuis, Tien beelden, van hoop, bemoediging en troost, (Uitgeverij Boekencentrum, 2016, 84 blz.)