door Filip De Cavel – Het viel me tegen dat we als indekerk nog maar weinig ruimte hebben voorzien voor ‘dagboek’-besprekingen. Nochtans zou dit niet ongepast zijn gezien onze innige band met leesgewoonten die onze ‘stille tijd’ bevorderen. De stille tijd is binnen evangelicaal midden van oudsher een manier om God dagelijks te zoeken, vooral dan in Zijn Woord, de Bijbel. Uitgeverijen beseffen dit maar al te goed. Dagboeken van diverse auteurs blijken dan ook een gewaardeerd aanbod voor velen die nood hebben aan regelmaat, discipline en ook wel een woordje uitleg bij wat ze lezen.
Oud-voorganger en schrijver, Tim Keller, mocht niet ontbreken in het lijstje van auteurs die korte en beschouwende stukjes commentaar schrijven, en dit voor elke dag. Over het format kan ik kort en weinig opzienbarend zijn: de bladspiegel biedt voor elke dag, startend op 1 januari, een (stuk van een) psalm aan. Daaronder volgen een tiental regels met commentaar van de Kellers (het dagboek werd samen met zijn echtgenote geschreven). Tenslotte volgt een geschreven gebed. Hieraan merk je dat Keller trouw blijft aan de stille tijd-ingrediënten: lezen van de Bijbeltekst, een overdenking, een moment om dit alles in gebed bij God te brengen.
Deze structuur maakt dat het voor vele mensen toegankelijk, haalbaar en begrijpbaar is. Ook al lijkt het beknopt, qua geestelijke oefening blijft de lat hoog liggen.
Wat uniek is aan dit dagboek wordt bij de introductie duidelijk, en is trouwens ook één van de redenen waarom het mij zo aansprak. Het dagboek is gebasseerd op de 150 psalmen van de psalter of psalmboek die we in het Oude Testament terugvinden. Keller beschrijft kort de geschiedenis van hoe de gelezen en vooral gezongen psalmen een plaatjse veroverden in onze hoofden en harten. De door God geïnspireerde gezangbundel diende de Israëlieten tijdens publieke samenkomsten. Van de vroege kerk tot de Reformatie, bleef deze ‘minibijbel’, zoals Luther de psalter omschreef, de heilsgeschiedenis onderwijzen aan de meeste christenen, ook aan hen die niet konden lezen. Keller wijst echter niet alleen op het onderwijzende aspect maar ook, en misschien vooral, op het belang van de praktische richtlijnen die we uit de psalmen kunnen putten en hoe het een medicijnkast is voor het hart.
Regelmatig de psalmen lezen wordt aldus een heilzame discipline: “In zekere zin behoren we de psalmen op te nemen in onze eigen gebeden, of misschien onze eigen gebeden op te nemen in de psalmen, en zo naar God toe te gaan,” aldus Keller. Nog opvallender is dat Keller benadrukt dat de psalmen het liedboek van Jezus waren. Denk aan de gezangen bij het laatste avondmaal. “Het is het bijbelboek waar Jezus meer uit citeert dan uit welk ander boek dan ook”, stelt Keller.
In heel wat christelijke tradities blijft het lezen en het zingen van de psalmen een vast onderdeel van het kerkelijke leesrooster of zangrepertoire. We doen er goed aan om deze gewoonte te herwaarderen, op zijn minst te herontdekken. Keller helpt ons alvast vooruit.
Tim Keller, Kathy Keller, Psalmendagboek: Een jaar lang leven met de liederen van Jezus, (Uitgeverij Van Wijnen, 2016, 384 blz.)