De Belijdenissen zijn het meest gelezen werk van de kerkvader Augustinus. Minder gekend is de biografie die zijn collega-bisschop Possidius over hem schreef. Possidius van Calama (±370–440) liet immers spoedig na Augustinus’ dood een herinnering na over deze grote kerkvader.
Possidius. Het leven van Augustinus, biedt de recentste Nederlandstalige vertaling van dit werk. De vertaler, Vincent Hunink, vertaalt de Latijnse tekst in goed leesbaar Nederlands. Possidius’ biografie leest daardoor als een vlotte roman. Naast deze vertaling bevat de Nederlandse uitgave ook een gedegen inleiding. Hier gaat Paul van Geest dieper in op de vraag wie Possidius was en welke aandacht er voor zijn werk is.
Qua inhoud spreekt Possidius over Augustinus’ jeugd, de vroegere carrière van de kerkvader, zijn wonderbare bekering en latere inzet als kerkleider. Possidius was een collega van Augustinus en weet door zijn herinneringen zijn lezers te boeien met Augustinus’ inzet in de rechtspraak en zijn diplomatie daarbij. Daarnaast schrijft ook over Augustinus’ dagelijks leven als christen, zijn omgang met geld en visie op bezit en zijn keuze voor specifieke huisregels en andere principes onder de mensen die hem waren toevertrouwd.
Verder besteedt Possidius een groot deel aan het confronteren van kerkelijke stromingen uit de vijfde eeuw, waarbij hij de katholieke traditie als de meest trouwe richting in het christendom presenteert. De kerken van de christelijke donatisten, manicheeërs, arianen en pelagianen staan in de schaduw van de katholieke christenen, waartoe Possidius en Augustinus behoren. In de voetnoten van zijn vertaling maakt Vincent Hunink de lezers bewust van deze overtuigingen die Possidius vaker heeft. Die toevoeging vormt een grote meerwaarde en helpt om de herinneringen van Possidius nog beter te kunnen begrijpen.
Naast de kunst van het heldere vertalen kenmerkt Huninks vertaling zich door een grondige kennis van Augustinus’ leven en werken. In talrijke voetnoten biedt hij zijn lezers informatie aan die het leven van Augustinus verheldert. Het gaat hierbij om inzichten in het leven van Augustinus, verwijzingen naar Augustinus’ eigen brieven en achterliggende informatie over Possidius. Daarnaast kiest Hunink er ook voor om de indiculus (een lijst van alle werken van Augustinus), die oorspronkelijk bij de biografie van Possidius hoort, te vertalen. Deze lijst wordt in veel vertalingen weggelaten. In deze uitgave is Possidius’ oorspronkelijke opzet echter gerespecteerd en wordt de complete lijst voor het eerst opgenomen in het Nederlands. Het is deze zorgvuldige aanpak die het een genot maakt om met dit boek aan de slag te gaan. Zeker beveel ik het hen aan die al genoten van Augustinus’ Belijdenissen en graag een vervolg daarvan zouden willen zien. Possidius is er immers gedegen in geslaagd om het leven van Augustinus op een verrassende manier te presenteren en de kerk te voorzien in een vollediger getuigenis van deze kerkvader.
Vincent Hunink (vert.), Paul van Geest (inl.), Possidius. Het leven van Augustinus (Damon, 2016, 191 blz.)