door Henri Menheere – ‘Er is momenteel een intensieve zoektocht gaande naar nieuwe gestalten van geloofsgemeenschappen’, zo lezen we in de eerste zin van het boek Oefenruimte, geschreven door Sake Stoppels. Ook bij ons in Vlaanderen zijn velen bezig met dit thema: hoe kunnen we nieuwe, degelijke vormen van kerk-zijn ontdekken? De auteur is ervan overtuigd dat we niet verder kunnen op de oude voet, maar tegelijk is meebuigen met de huidige maatschappelijke wind ook weinig beloftevol. Hij noemt zijn boek Oefenruimte, omdat hij de kerk ziet als een open ruimte waarin wordt geoefend in de navolging van Christus.
Daarvoor gaat hij eerst met ons op onderzoek naar wat er vandaag reeds ondernomen wordt. Welke wegen van vernieuwing worden vandaag bewandeld en hoe kunnen we die het best evalueren? Hij verdeelt dit in twee hoofdsporen: rekkelijk en precies. Bij diegenen die het rekkelijke spoor bewandelen, komen we vooral woorden tegen als uitnodigend, inclusief, gastvrijheid. In dit spoor pleit men voor een grotere toewijding aan het evangelie zelf, dan aan het instituut van de kerk. Zij vertrekken vanuit de zoektocht naar aansluiting bij de maatschappij. Bij de voorbeelden die een meer precies spoor verkiezen, lezen we woorden als duidelijkheid, afspraken, loyaliteit. In deze modellen, die onderling ook erg verschillen, ziet men de kerk eerder als een tegencultuur in de maatschappij.
Sake komt eerlijk uit voor zijn eigen voorkeuren en die verschillen nogal van mijn eigen smaak. Dat maakt het verder lezen extra spannend natuurlijk. Kan ik nog mee in zijn denken, als hij zo concreet een spoor kiest? Al snel kom ik erachter dat die eerlijke keuze juist een hulpmiddel is: hij behandelt elk model eerlijk en evalueert alles grondig aan een reeks parameters.
Vervolgens gaat hij in de keuzes die hij voorstelt, een aantal spanningsvelden verder onderzoeken. Hij is daarbij ook open en kritisch voor zijn eigen gekozen weg. Zo raak ik ook overtuigd van het nut van de rest van het boek: Ook als je een andere vorm of weg kiest dan de schrijver, kun je toch samen verder denken over deze spanningsvelden. Het gaat hierbij bijvoorbeeld over:
– zondag christen, maandag christen
– troost vinden, maar ook uitgedaagd worden
– lidmaatschap en toewijding
Vanuit die uitdagende keuzes, komt Sake op natuurlijke wijze terecht bij het thema discipelschap. Een dooddoener: kerken moeten bestaan uit goede discipelen. Toch blijkt toewijding en inzet net datgene te zijn dat een kerk uiteindelijk aantrekkelijk maakt. Discipelschap wordt uitvoerig en verre van theoretisch besproken. Een citaat van theoloog David Bosch is daar een voorbeeld van: ‘De brede samenleving is de primaire ruimte waarbinnen discipelschap gestalte krijgt.’
In de rest van het boek worden we uitgedaagd om na te denken hoe we dit gestalte kunnen geven. Hoe krijgt discipelschap ruimte, hoe krijgen we een klimaat waarin het navolgen van Jezus echt centraal komt te staan? De kerk als oefenruimte is dan een kerk waarbij er een hoge gastvrijheid is, iedereen voldoende ruimte krijgt, en waarbij er ook een hoge uitdaging is, omdat discipelschap best wat mag kosten.
Het boek zit vol nuttige tips en bruikbare oneliners die blijven nazinderen. Ik pretendeer niet volledig te zijn, maar hoop met dit stukje voldoende te prikkelen tot het lezen van dit boek. Ik sluit af met twee van die oneliners.
– ‘Een christelijk leven is geen standpunt, maar een manier van leven die iets van Jezus laat zien.’
– ‘Om gezond over de kerk te kunnen nadenken, moeten we niet met haar beginnen. Sprekend over de christelijke geloofsgemeenschap, zei Henk de Roest ooit heel mooi: “Zij heeft haar centrum, haar kern, haar midden, altijd en principieel buiten zichzelf.”‘
Sake Stoppels, Oefenruimte, Gemeente en parochie als gemeenschap van leerlingen, (Boekencentrum, 2015, 176 blz.)