indekerk

Numeri 33 – ‘Wij willen het volgende geslacht de roemrijke daden des HEREN vertellen’

 Numeri 33, Psalm 78:1-39, Jesaja 25, 1 Johannes 3

De paar openingsverzen van Psalm 78 wekken initieel een beetje verwondering. Asaf nodigt zijn lezers uit (en als dit gezongen wordt, zijn toehoorders) om te horen naar wat hij leert, om te luisteren naar de woorden van zijn mond (78:1). Dan kondigt hij aan: ‘ik wil mijn mond tot een spreuk opendoen, ik wil aloude verborgenheden verkondigen’ (78:2). De spanning wordt opgebouwd; het klinkt alsof we brandnieuwe dingen zullen horen die verborgen waren voor Asaf op het toneel verscheen.

Dan beschrijft hij die ‘aloude verborgenheden’: het zijn zaken die ‘wij gehoord hebben en weten, en onze vaderen ons hebben verteld’ (78:3). Steekt hij nu dus van wal met een bepaalde nieuwe openbaring, voorheen verborgen, of verhaalt hij simpelweg het gemeenschappelijke erfgoed van de Israëlieten?

En waarom voegt hij op dit punt toe dat ten minste een gedeelte van zijn doelstelling eruit bestaat om deze dingen te onthullen voor de nieuwe generatie die op komst is (78:4)?

Drie opmerkingen:

Ten eerste heeft het woord dat weergegeven wordt als ‘verborgenheden’ (Eng.: parables) een brede waaier aan betekenissen. Het kan verwijzen naar een verhalende gelijkenis, een wijs gezegde, een aforisme (of spreuk), en diverse andere vormen. Hier lijkt Asaf niets meer te bedoelen dan dat hij zal zeggen wat hij te zeggen heeft in de poëtische structuur en wijze gelijkenissen die deze psalm kenmerken.

Ten tweede is de inhoud van deze psalm zowel oud – ‘Hetgeen wij gehoord hebben en weten, en onze vaderen ons hebben verteld’ – als nieuw, ‘verborgenheden’. Deze psalm maakt deel uit van een groep ‘historische psalmen’, d.w.z. psalmen die terugblikken naar sommige van de ervaringen van Gods volk met hun God.

Zijn belangrijkste focus ligt voornamelijk op de uittocht en de gebeurtenissen die ermee gepaard gingen, inclusief de plagen, de doortocht door de Rode Zee, de voorziening van het manna, enzovoort. De psalm brengt ons tot bij het koningschap van David (hetgeen overigens toont dat Asaf zelf leefde in Davids tijd of daarna).

Toch is deze psalm niet louter een verslag van de naakte feiten uit die geschiedenis. Het verhaal is ontworpen om bepaalde lessen te trekken uit die geschiedenis, lessen die we zouden kunnen missen mocht onze aandacht er niet op gevestigd worden. Deze lessen bevatten de trieste patronen van opstand, God die zijn groeiende toorn inhoudt, en Gods genade wanneer Hij hen elke keer weer verlost, en nog meer. Deze lessen zijn ‘verborgen’ in de kale tekst, maar ze zitten er wel in en Asaf onthult ze.

Ten derde verstaat Asaf (1) dat diepgaande kennis van de Schrift en van Gods wegen meer betekent dan het kennen van feiten, maar ook betekent dat je iets gaat begrijpen van de patronen die zich ontvouwen van wat God aan het doen is; (2) dat Gods verbondsvolk op elk ogenblik maar één generatie verwijderd is van de ondergang, dus is het helemaal van vitaal belang om dit groeiende inzicht door te geven aan de volgende generatie.  

 [hr_shadow]

Taken from ‘For the Love of God’ by (D.A. Carson), © 1998. Overgenomen met toestemming van Crossway, a publishing ministry of Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org.

Alle rechten op de Nederlandse vertaling behoren toe aan Jan Leplae (http://god-en-gebed.blogspot.com). Niets uit deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de vertaler.

Share:

Facebook
Twitter
Pinterest
LinkedIn