indekerk

Numeri 32 – Vergeet God genadig te zijn?

 Numeri 32, Psalm 77, Jesaja 24, 1 Johannes 2

Asaf moet veel nagedacht hebben over de vraag wat gelovigen zouden moeten gedenken. Zoals we gisteren zagen beveelt Psalm 75 de kracht van goddelijke ‘recital’ aan – een opnieuw vertellen van wat God gedaan heeft om op die manier Gods ‘naam’ nabij te brengen. Het belang van herdenken en navertellen is de kern van Psalm 78. En hier in Psalm 77 benadrukt Asaf weer een ander element binnen dit thema.

Asaf bevindt zichzelf in grote nood (77:2). De oorzaken ervan kennen we niet, maar de meesten van ons zijn al door ‘donkere nachten van de ziel’ gegaan wanneer het lijkt alsof God dood is of het Hem niets kan schelen. Asaf was zodanig beangstigd dat hij niet kon slapen; hij beschuldigt God er zelfs van hem uit zijn slaap te houden (77:5).

Herinneringen aan andere tijden, toen omstandigheden zo goed waren dat hij met vreugde zong tijdens de nachtelijk uren (77:7), maken hem alleen nog maar neerslachtiger. Bitterheid kleurt zijn lijst van retorische vragen: ‘Zal de Here dan voor altoos verstoten, en niet meer goedgunstig zijn? Neemt zijn goedertierenheid voor immer een einde, houdt de belofte op van geslacht tot geslacht? Vergeet God genadig te zijn, of sluit Hij zijn barmhartigheid in toorn toe?’ (77:8-10).

Asaf neemt zich dan voor te focussen op alle manieren waarop God zich in het verleden in kracht aan hem geopenbaard heeft. Hij schrijft: ‘Ik zal de daden des HEREN gedenken’ (77:12) (Het Engels verschilt in vergelijking met de Nederlandse vertalingen: ‘To this I will appeal: the years of the right hand of the Most High’) – met andere woorden: hij doet een beroep op alle openbaringen van kracht, van de daden van Gods ‘rechterhand’, in de loop der jaren. ‘Ik zal de daden des HEREN gedenken, ja, ik wil gedenken uw wonderen van ouds, van al uw werken gewagen en uw daden overdenken’ (77:12-13). Dus schakelt Asaf over naar de tweede persoon, waarbij hij God rechtstreeks aanspreekt en enkele van de ontelbare daden van genade en kracht herdenkt die Gods handelen met het verbondsvolk van God gekenmerkt hebben. Hij herdenkt de plagen, de Exodus, de doortocht door de Rode Zee, en de manier waarop God zijn volk leidde ‘door de hand van Mozes en Aäron’ (77:14-21).

Christenen hebben des te meer te herdenken. Zoals Asaf de Exodus ‘overdacht’ door de Schrift te lezen, zo hebben wij zelfs nog meer Schrift. We gedenken niet alleen alles wat Asaf in herinnering bracht, maar ook dingen die hij niet wist: de ballingschap, de terugkeer uit de ballingschap, de lange jaren van wachten op de komst van de Messias. We gedenken de incarnatie, de jaren van Jezus’ leven en dienst, zijn woorden en machtige daden. Boven alles gedenken we zijn dood en opstanding en het krachtige werk van de Geest met Pinksteren en daarna. 

En terwijl we gedenken, wordt ons geloof versterkt en ons zicht op God vernieuwd, en de wanhoop verdwijnt.

 [hr_shadow]

Taken from ‘For the Love of God’ by (D.A. Carson), © 1998. Overgenomen met toestemming van Crossway, a publishing ministry of Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org.

Alle rechten op de Nederlandse vertaling behoren toe aan Jan Leplae (http://god-en-gebed.blogspot.com). Niets uit deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de vertaler.

Share:

Facebook
Twitter
Pinterest
LinkedIn