Numeri 31, Psalmen 75-76, Jesaja 23, 1 Johannes 1
Een van de belangrijke functies van gezamenlijke aanbidding is recital, muzikale voordracht. Dit is het ‘hervertellen’ van de wonderlijke dingen die God gedaan heeft. Vandaar Psalm 78:2-4: ‘ik wil mijn mond tot een spreuk opendoen, ik wil aloude verborgenheden verkondigen. Hetgeen wij gehoord hebben en weten, en onze vaderen ons hebben verteld, dat willen wij voor hun kinderen niet verhelen; wij willen vertellen aan het volgende geslacht des HEREN roemrijke daden, zijn kracht en de wonderen die Hij gewrocht heeft.’
Evenzo, maar dan korter, in Psalm 75:2: ‘Wij loven U, o God, wij loven, want nabij is uw naam, men vertelt uw wonderen’. In feite komt een andere vertaling een beetje dichter bij het Hebreeuws: ‘uw wonderen zeggen: uw naam is dichtbij’ (in de New English Bible lees je: ‘Thy name is brought very near to us in the story of thy wonderful deeds’, d.w.z.: Gods naam wordt dichterbij gebracht door het verhalen van de wonderlijke daden’). Gods ‘naam’ is onderdeel van deze genadige zelfonthulling van God. Het is een openbaring van wie Hij is (Ex. 3:14; 34:5-7, 14). Gods ‘naam’, dan, wordt heel dichtbij gebracht door het navertellen van zijn wonderlijke daden: dit betekent dat onthuld wordt wie God is, in de verslagen van wat Hij gedaan heeft.
Op die manier is het muzikaal verhalen van wat God gedaan heeft een genademiddel om God dichtbij zijn volk te brengen. Gelovigen die geen tijd spenderen met het in gedachten terugblikken naar en overwegen van wat God gedaan heeft, of ze nu alleen zijn en hun Bijbel lezen of zich bij andere gelovigen voegen om gemeenschappelijk te aanbidden, moeten niet verrast zijn als ze maar zelden ervaren dat God nabij is.
De nadruk die deze psalm legt met betrekking tot God, is dat Hij een soeverein rechter is, de ‘Opperrechter’ (zoals een commentaarschrijver het formuleert). Het geeft ons een wonderlijke stabiliteit als we kunnen rusten in zulke God. Hij verklaart: ‘Ja, ik bepaal of de tijd is gekomen, ik zal oordelen naar recht en wet’ (75:3, NBV).
Je kunt je moeilijk een meer suggestieve verwoording van Gods vaste controle voorstellen dan ‘de aangeduide tijd’. Maar louter controle zonder recht zou fatalisme zijn. Deze God echter bepaalt niet enkel de juiste tijd, maar oordeelt ook naar recht (75:3).
Bovendien zijn er in deze gebroken wereld rampzalige gebeurtenissen die de volledige sociale orde lijken te bedreigen. Elders vraagt David zich af: ‘Wanneer de grondslagen zijn vernield, wat kan dan de rechtvaardige doen?’ (11:3). Maar hier worden we opnieuw bevestigd, want God zelf verklaart, ‘al mogen de aarde en al haar bewoners wankelen, Ik ben het, die haar pilaren heb vastgezet’ (75:3).
Zo worden de hoogmoedigen die misschien denken van zichzelf dat ze de steunpilaren van de maatschappij zijn, ernstig gewaarschuwd: ‘Weest niet hoogmoedig’ (75:5). En tot de goddelozen zegt God: ‘heft uw hoorn niet op naar den hoge (als een ram die zijn hoofd in moedig vertrouwen omhoog gooit, D.A. C.) en spreekt niet met trotse hals’ (75:6).
Vertel opnieuw van Gods wonderbaarlijke daden en breng zijn naam nabij.
[hr_shadow]
Taken from ‘For the Love of God’ by (D.A. Carson), © 1998. Overgenomen met toestemming van Crossway, a publishing ministry of Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org.
Alle rechten op de Nederlandse vertaling behoren toe aan Jan Leplae (http://god-en-gebed.blogspot.com). Niets uit deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de vertaler.