indekerk

Numeri 11 – God spreekt over de toekomst

Numeri 11, Psalm 48, Jesaja 1, Hebreeën 9

Een van de manieren waarop God over de toekomst spreekt is … wel, gewoon door de spreken over de toekomst. Er zijn plaatsen in de Bijbel waar God voorzegt, met woorden, wat zal gebeuren: Hij spreekt over de toekomst. Maar Hij voorziet ons ook van beelden, patronen, types en modellen. In deze gevallen vestigt Hij een instelling, of een ritueel, of een patroon van relaties.

Dan geeft Hij hier en daar een aanwijzing, al spoedig een opeenvolging van aanwijzingen, dat deze beelden of patronen of types of modellen niet een doel zijn op zichzelf, maar manieren zijn om vooruit te kijken naar iets dat nog beter is. In dergelijke gevallen spreekt God dan over de toekomst in beelden.

Christenen die vaak in hun Bijbel lezen overdenken de verbanden tussen het Davidische koningschap en het koningschap van Jezus, tussen het lam van het Pascha en Jezus als ‘Paaslam’, tussen Melchizedek en Jezus en tussen de sabbatsrust en de rust die Jezus geeft, tussen de rol van de hogepriester en de priesterlijke rol van Jezus, tussen de tempel die de priesters van het oude verbond binnengingen en het hemelse ‘heilige der heiligen’ dat Jezus binnenging, en zoveel meer.

Natuurlijk was het zo dat voor wie leefde onder de bepalingen van het oude verbond, verbondstrouw gelijkstond met je houden aan de instellingen en rituelen die God gaf, ook al wezen diezelfde instellingen en rituelen op een wijdere canonieke schaal dan vooruit naar iets dat nog beter was.

Doorheen deze beelden sprak God over de toekomst. Eens een christen dit punt vat, worden hele stukken van de Bijbel op nieuwe manieren levend. Een van deze beelden of modellen is Jeruzalam zelf, soms ook Sion genoemd (de historische burcht). Jeruzalem was niet alleen verbonden met het feit dat de stad vanaf David de hoofdstad vormde (zelfs na de verdeling in Israël en Juda vormde het de hoofdstad van het zuidelijke rijk), maar ook met het feit dat het van Salomo af de locatie vormde van de tempel, en daarom ook van het middelpunt van Gods openbaring.

Voor de psalmist is het dan ‘de stad van onze God zijn heilige berg’. Die is niet slechts ‘schoon’ maar ook ‘een vreugde voor de ganse aarde’ (Ps. 48:2-3). Het is niet alleen het centrum van gewapende veiligheid (48:5-9), maar ook de locatie waar Gods volk Gods nooit falende liefde gedenkt (48:10), het centrum van lofprijs (48:11).

Maar de psalmist kijkt verder dan de stad, naar God zelf: Hij is degene die haar ‘bevestigt voor altoos’ (48:9), wiens lof reikt tot aan de einden der aarde, voor eeuwig en altoos (48:11, 15).

Op die manier geworteld in het historische Jeruzalem, kijken de schrijvers van het nieuwe verbond naar een ‘Jeruzalem dat boven is’ (Gal. 4:26), naar de ‘berg Sion’, naar ‘het Hemelse Jeruzalem, de stad van de levende God (Heb. 12:22), naar het ‘nieuw Jeruzalem’ (Opb. 21:2).

Denk lang en vaak na over deze verbanden.

 [hr_shadow]

Taken from ‘For the Love of God’ by (D.A. Carson), © 1998. Overgenomen met toestemming van Crossway, a publishing ministry of Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org.

Alle rechten op de Nederlandse vertaling behoren toe aan Jan Leplae (http://god-en-gebed.blogspot.com). Niets uit deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de vertaler.

Share:

Facebook
Twitter
Pinterest
LinkedIn