door Nathan Vanharen – De nieuwe Wetenschapsbijbel vervoegt een hele rist aan verrijkte Bijbels uitgegeven door het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap zoals de kunst-, jongeren-, mannen-, studie-, … bijbels. Driewerf hoera, hoe meer de Bijbel gepromoot wordt, hoe beter.
Navraag bij de redactie leer ons dat het project van de Wetenschapsbijbel is begonnen in 2017, er is dus ruim 5 jaar aan gewerkt. De definitieve publicatie was in november 2022. Er is vanuit diverse denominaties gewerkt aan de bijdragen in deze uitgave: vanuit de Protestante Kerk Nederland, de Rooms-Katholieke Kerk, De Christelijke Gereformeerde Kerk, de Nederlands Gereformeerde Kerk, de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt), Evangelische kerken, …
Het Bijbelgenootschap heeft gezocht naar een zo breed mogelijke vertegenwoordiging van denominaties. Alleen de meest behoudende reformatorische richting heeft niet meegewerkt aan deze uitgave. Er hebben enkel christelijke wetenschappers aan meegewerkt, omdat die het beste aanvoelen waar de spanning zit tussen de Bijbel en het huidige wereldbeeld. Zij laten de lezer zien hoe zij hiermee omgaan. Dat is meteen ook het doel: de kloof tussen de God van de Bijbel met de wetenschap overbruggen.
We treffen geen veredelde studiebijbel aan overgoten met een sausje aan wetenschapsuitstapjes, nee het Boek der boeken is doorspekt met drie grote vormen van informatie: twintig uitgebreide algemene thema’s die een heel breed scala aan wetenschappelijke onderwerpen aanhalen: van dieren en duurzaamheid over archeologie tot gender komen aan bod. Verder zijn er meer specifieke topics die op 1 pagina te lezen zijn: orgaandonatie, transhumanisme, de ziel, maar ook de chronologie van het Nieuwe Testament en een obligate ronde over schepping en evolutie vinden daar hun plaats. Tot slot zijn er onderaan de tekst ook heel wat toelichtingen over de Bijbelteksten zelf.
De bijdragen zijn dus door wetenschappers geschreven. Tenenkrullend is het dan vaak voor de naar antwoorden zoekende lezer om steeds weer de ene en de andere kant beschreven te zien, maar geen duidelijke stellingname.
De behandeling van de thema’s is niet voor de “fainted of heart”: scheppingsdagen niet letterlijk, de zondvloed is een cultureel contextueel verhaal, de miljarden jaren oude leeftijd van het heelal of het omarmen van de evolutietheorie. De fenomenologische beschrijving van de opstanding beperkt zich tot het effect, maar niet tot de daad.
Tegelijk zijn er zeer interessante bijdragen die de lezer oprecht verrijken in kennis: over dino’s, de oerknal, de nieuwe schepping, zending, …
De lezer die gewend is te lezen uit eigen kraam zal zich al gauw onwennig voelen: hier wordt erg breed gedacht: de schare wetenschappers is uiteraard niet in één school te vatten. Ook is deze uitgave niet wat je wil geven aan een twijfelende zoeker of onzekere tiener.
Voor wie het aankan krijg je een atoombom aan recente wetenschappelijke inzichten voor slechts 58 EUR. Bij de volgende wat minder interessante preek alvast een welkom leesalternatief in je Bijbel.
NBV21 Wetenschapsbijbel (Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, 2022, 1729 blz.)