door Jacques Rommel – Dit is het derde boek van Henk van Dorp, en het sluit in grote mate aan bij zijn vorige, Verlangen naar de hemel. In Vlaanderen is Henk bekend als werker voor VIANOVA, de vroegere BEZ, waarover hij ook een fraai geschiedenisboek publiceerde. Hij is tevens medebezieler van de 4e Musketier. Dit is een beweging die mannen samenbrengt in uitdagende omstandigheden met het doel geestelijke verdieping te ervaren.
In zijn nieuwe boek schrijft hij over engelen, en het is ronduit verbazend hoeveel de Bijbel over dit onderwerp te zeggen heeft. Nog meer verbazing wekt misschien het feit dat er in ons onderwijs zo zelden over engelen gesproken wordt. Op de titelpagina wordt een vers uit 2 Koningen 6:7a geciteerd: ‘Here, open toch zijn ogen, opdat hij zie.’ Dat is precies wat de auteur met zijn boek wil bereiken, en daar slaagt hij voortreffelijk in.
In het eerste hoofdstuk stelt hij de vraag wat voor wezens engelen eigenlijk zijn. Je leert er het verschil kennen tussen serafs en cherubs, en of engelen nu wel of niet vleugels hebben. Ook leer je dat vaak naar engelen verwezen wordt met de term ‘sterren’. Gaandeweg word je meegesleept in de boeiende wereld van deze ongekende geschapen wezens.
Hoofdstuk twee toont aan dat engelen van bij de schepping betrokken zijn bij Gods reddingsplan, en dit doorheen heel de heilsgeschiedenis.
Het derde hoofdstuk belicht de bediening van engelen als dienende geesten, en hier is er sprake van een rijkdom aan diverse rollen die zij ongemerkt spelen ten behoeve van de gelovigen. Bij engelen denken we automatisch aan een beschermengel of een bewaarengel, maar misschien moeten we dat beeld toch weer wat bijstellen.
Hoofdstuk vier is het kortste en heeft het over de Heer der heerscharen (de engelen) en over de engel van de Heer.
Het laatste hoofdstuk heeft het over de gevallen engelen, en toont ons de realiteit van satan en zijn demonen, en welke rol zij spelen in de maatschappij en soms ook in ons leven. De situatie is ernstig, maar niet hopeloos. De tegenstander heeft zijn speelterrein, maar zijn macht is beperkt, en dat zeker voor wie in Christus geloven.
Ieder hoofdstuk is verdeeld in korte overdenkingen, die steeds uitgaan van één of twee duidelijke Schriftplaatsen. De uitleg is helder en relevant. Vele hoofdstukken worden afgesloten met een getuigenis uit het leven van christenen die bij de auteur bekend zijn.
Het boek is verzorgd uitgegeven met een heldere bladspiegel en een groot lettertype. Het leest als een trein, maar je kunt het ook mondjesmaat lezen in je stille tijd. Onderaan de pagina vind je bijna elke keer meerdere tekstverwijzingen voor diepgaandere studie. Ik vind het trouwens vooral geschikt voor christenen. Als taalleraar bemerkte ik enkele kleine taalfoutjes, en stoorde ik me soms aan het overdadige gebruik van komma’s in de zinnen, maar mijn vrouw begrijpt niet waarover ik het heb. Ze vond het juist heel vlot om lezen. Waar we het allebei over eens zijn, is dat dit boek een boeiende ontdekking is van een (meestal) onzichtbare wereld waar we te weinig bij stilstaan.
Henk van Dorp, Hemelse beschermers (Scholten, 2025, 285 blz.)
