Toen ik dit boek kocht, had ik het idee dat het mij zou aanmoedigen om de gevaarlijke roeping met God aan te gaan en in Zijn bediening te stappen. Dit in het vertrouwen dat Hij mij zou leiden en me de kracht en wijsheid zou geven om die roeping te volbrengen.
Hoe anders is het boek echter geschreven. Vanaf het voorwoord begon de schrijver mij al te overtuigen dat ik als voorganger een groot probleem had, ook al besefte ik het nog niet. Er is altijd wel ergens een onderdeel in mijn leven waarin ik niet integer ben. En mocht ik denken dat dat niet waar was, dan bewees ik daarmee dat ik mezelf beetnam en dat ik dus dit boek heel hard nodig had.
David wijst op het gevaar van het teveel vertrouwen op je bekwaamheid en je opleiding en te weinig beseffen dat je zelf Gods reddende genade heel hard nodig hebt en dat je vanuit die houding ook je gemeente moet benaderen.
Hij wijst bij zichzelf op het probleem van boosheid ten opzichte van zijn vrouw. Hij verwijt zijn vrouw dat ze te weinig respect voor hem heeft en doet dat op een manier waardoor het van kwaad tot erger gaat. Op een gegeven moment stelt hij dat 95% van de vrouwen in de kerk met hem getrouwd zou willen zijn, waarbij zijn vrouw dan aangeeft dat zij dan bij de overige 5% hoort. Hij is thuis heel anders dan in de gemeente.
David wijst terecht op een heel aantal problemen waar een voorganger mee te maken kan krijgen, maar hij doet dat op een neerbuigende arrogante Amerikaanse toon, die in de stilistisch matige vertaling dan nog eens extra arrogant overkomt. Iemand die mij de les wil spellen, maar denkt dat 95% van de vrouwen in zijn kerk met hem getrouwd zouden willen zijn, is mijn respect kwijt. Hij heeft mij eigenlijk weinig meer te vertellen, omdat hij in mijn ogen nog tot bekering moet komen.
Het boekje zou krachtiger geweest zijn als het positiever was geschreven en al de overbodige verhalen weg zouden zijn gelaten. De schrijver zou zijn punt zeer krachtig hebben kunnen maken in een derde van het aantal bladzijden die hij nu nodig heeft. Hij heeft een zeer matige stijl en weet zeker niet te boeien, eerder te irriteren, omdat hij het nu allemaal zo goed weet en wij allemaal nog niet beseffen hoe slecht we ervoor staan.
Het boek geeft dus in de inleiding en het eerst hoofdstuk geen interessante vraagstukken of eyeopeners, waardoor ik zin krijg om het boek verder te lezen. Waarschijnlijk doet de schrijver dit om de spanning erin te houden, maar bij mij werkt het averechts. Als ik niet beloofd had om een recensie te schrijven, had ik het boek bij hoofdstuk één opzijgelegd en was niet verder gegaan (waarmee ik volgens de schrijver zou bewijzen dat ik zo’n verkeerde voorganger was).
David heeft een hard oordeel over theologische opleidingen, omdat ze specialisten aflevert die zichzelf heel goed vinden. Daardoor geven ze zichzelf een bijzondere positie in Gods ogen en laten bij zichzelf meer zondige gewoonten toe dan ze aan hun volgelingen voorschrijven: drinken, TV kijken, (porno)websites volgen, cynisch zijn en niet liefdevol, denken dat ze een goed mens zijn en dat God achter hen staat, … . ‘Bijbelse volwassenheid gaat nooit om wat je weet. Het gaat altijd om hoe genade gebruikt heeft gemaakt van wat je hebt geleerd om verandering te brengen in je levenswijze.’
De vraag die David lijkt te stellen is: ‘Ben je als voorganger wel integer of meet je jezelf een bijzonder positie toe, waardoor je meer mag zondigen? Besef je dat je mens bent als alle anderen, die de vergevende genade van Jezus Christus nodig heeft?’
Een terechte vraag, waar ik slechts drie lijntjes voor nodig heb en geen boek van 222 bladzijden met draken van zinnen als: ‘Ik word vaak gevraagd om op een voorconferentie voor een conferentie over een ander onderwerp stof te behandelen die overeenkomt met die in dit boek’. Deze zin alleen al zou, qua toon als inhoud, mij het boek hebben doen sluiten. Als je bij hoofdstuk 4 begint te lezen, heb je kans dat je wel door blijft lezen, omdat het boek dan praktisch en duidelijk begint te worden. De boodschap is niet onterecht, maar de stijl en manier waarop David het ons probeert duidelijk te maken, is te bombastisch en irritant zonder uitdagend te zijn.
Zoals met veel Amerikaanse vertalingen, zou ik ook nu graag zien dat de noodzakelijke inhoud opgepakt zou worden en omgewerkt in een appellerend en dun boekje met een aantrekkelijke schrijfstijl.
Paul David Tripp, Gevaarlijke roeping! Oog in oog met de unieke uitdagingen van Pastorale Bediening, (Uitgeverij Centrum voor Pastorale Counseling v.z.w., 2015, 222 blz.)