Genesis 11, Mattheüs 10, Ezra 10, Handelingen 10
Terwijl Hij met ontferming is bewogen wanneer de scharen Hem doen denken aan schapen zonder herder, instrueert Jezus zijn discipelen: ‘Vraag dus de eigenaar van de oogst of hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen’ (Matt. 9:38). Daarna organiseert Hij een zendingsopdracht als training voor de twaalven, die zijn kring van vertrouwelingen vormen. Er zijn heel wat mooie dingen uit dit hoofdstuk te leren. Te oordelen naar de beschrijving (bijv. 10:18) beschouwt Jezus het als een soort voorbode van een missie die een leven lang zal duren. Hier moet ik focussen op slechts één element.
Dit element is de graad van conflict die Jezus voorziet bij deze evangelistische onderneming. Soms zullen hele gemeenschappen Jezus’ volgelingen verwerpen (10:11-14). Als ze in latere jaren met hun getuigenis de hoogste regeringskringen zullen bereiken, dan zullen diezelfde regeringen toch soms zware sancties opleggen (10:17-19). De prioriteiten van het evangelie zullen een dusdanige breuk brengen binnen families dat sommige huisgenoten andere zullen verraden (10:21-35). In het slechtste geval zal de vervolging christen getuigen van de ene naar de andere stad najagen (10:22-23). In bepaalde gevallen zal die vervolging eindigen in martelaarschap (10:28).
Iedereen die een beetje vertrouwd is met de geschiedenis weet hoe vaak en huiveringwekkend deze profetieën vervuld werden. Het feit dat velen in het Westen grotendeels voor zo lange tijd de uitzondering vormden voor de ergste vormen van deze vervolgingen, heeft gemaakt dat we minder op onze hoede zijn – zelfs christenen kunnen denken dat de maatschappij ons een leven zonder twisten verschuldigd is. Maar nu het judeo-christelijke erfgoed van het Westen verzwakt, zouden we wel eens plots wakker kunnen worden in de realiteit die zendingsspecialisten wel kennen maar de rest van ons soms veronachtzaamt: de voorbije anderhalve eeuw bracht meer bekeringen maar ook meer martelaars dan de 18 eeuwen daarvoor.
Wat brengt ons stabiliteit in dergelijke tijden? Dit hoofdstuk vermeldt diverse kostbare punten waar we steun in vinden: de erkenning dat onze Meester Jezus al gehaat werd voor ons (10:24-25); de verzekering dat op het einde gerechtigheid zal geschieden en dat het zal zichtbaar worden dat die gerechtigheid geschiedt (10:26-27); de erkenning dat een gezonde vrees voor God de vrees voor mensen doet afnemen (10:28); rustig vertrouwen in de soevereiniteit van God, zelfs in deze omstandigheden (10:29-31); de bemoedigende erkenning dat zij die ons ontvangen ook Christus ontvangen en daarmee ook God (10:40); Christus’ eigen belofte dat de beloningen in de eeuwigheid niet zullen ontbreken (10:41-42).
In elk geval staat een fundamenteel principe op het spel: het is de manier waarop christenen dingen zien; ja, het is verbonden met het christenzijn zelf. ‘Wie niet zijn kruis op zich neemt en mij volgt, is mij niet waard. Wie zijn leven probeert te behouden zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij, die zal het behouden’ (10:38-39).
[hr_shadow]
Taken from ‘For the Love of God’ by (D.A. Carson), © 1998. Overgenomen met toestemming van Crossway, a publishing ministry of Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org.
Alle rechten op de Nederlandse vertaling behoren toe aan Jan Leplae (http://god-en-gebed.blogspot.com). Niets uit deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de vertaler.