De auteur
Tomáš Halík is priester en hoogleraar filosofie en sociologie in Praag. Hij geldt als één van de belangrijkste Oost-Europese rooms-katholieke intellectuelen van deze tijd. Voor het boek “Geduld met God” ontving hij de Europese prijs voor het beste theologische boek 2011. Hij heeft niet alleen een theologische en filosofische achtergrond maar heeft ook nog gewerkt als psychotherapeut. Deze drie gebieden maken van hem een boeiende schrijver.
Atheïsme
Tomáš werd nog tijdens het communisme in de ondergrondse kerk in Tsjechië tot priester gewijd. Zijn dialoog met atheïsme die in dit boek sterk naar voor komt, is dus ook deels een dialoog met het communisme waarin religie geen plaats had. Toch is hij er zich terdege van bewust dat het neo-atheïsme (zoals ik het zelf noem) van vandaag ongeveer dezelfde grondslagen kent. Zijn dialoog is dus in eerste instantie met dit neo-atheïsme. Het is tijdens het lezen van het boek wel belangrijk om in het achterhoofd te houden dat hij de repressie van het praktiserende atheïsme aan de lijve heeft ondervonden.
Ongeduld
De inleiding van het boek begint Tomáš met: “Op veel punten ben ik het met atheïsten eens, vaak op bijna ieder punt – behalve in hun geloof dat God niet bestaat.” Ik kan mij wel vinden in deze uitspraak, omdat ik, net als Tomáš, ook erg kritisch naar het christelijk geloof kijk. Wat er echter voor heeft gezorgd dat ik dit boek kocht, is het feit dat atheïsme, religieus fundamentalisme en religieus enthousiasme volgens hem hetzelfde probleem hebben; namelijk dat ze ongeduldig zijn. Ze willen zich makkelijk van God afmaken. Er is geen geduld met God.
Zacheüs
Even leek het erop dat het een biblicistisch boek ging worden, omdat Tomáš graag zijn betoog wilde ophangen aan het verhaal van Zacheüs. Gelukkig bleek dat aardig mee te vallen. Het valt te verwachten dat een priester die als theoloog en socioloog een boek wil schrijven over de relatie tussen christen en atheïst, dat dan ook doet aan de hand van een verhaal uit de Bijbel. Ik ben van mening dat dat niet echt nodig was, maar gelukkig overdrijft de schrijver niet in het modelleren van de praktijk met dit Bijbel-verhaal. De typen die hij maakt van de ontmoeting van Jezus met deze kleine man, zijn verfrissend en creatief.
Nietzsche
Tomáš is duidelijk onder de indruk van Nietzsche en zijn werken. Alleen al dat feit maakt hem tot een boeiende schrijver, omdat christenen Nietzsche meestal zien als de godloze (God is dood) filosoof. Tomáš onderkent zeker dat Nietzsche God “kwijt” was, maar houdt terecht de christelijke religie daar voor een groot deel verantwoordelijk voor. Bij hem wordt deze filosoof dus een getormenteerde en zoekende atheïst; eveneens als een aantal andere personen die de revue passeren. De lessen die hij haalt uit de levens van deze personen stemmen op zijn minst tot nadenken en laten je als lezer niet koud.
Media
Opeens is er in de tweede helft van het boek een hoofdstuk over terrorisme en de media. Tot aan dit hoofdstuk was ik laaiend enthousiast over het boek, maar dat enthousiasme werd bij dit hoofdstuk toch een beetje getemperd. Ik geloof dat Tomáš een aantal zaken aankaart waar we met zijn allen wel eens over zouden moeten nadenken. Veel beweringen over de media en hun rol bij terrorisme zijn echter iets te ongenuanceerd en slecht onderbouwd. Wat mij betreft, betreedt hij hier een terrein waar hij misschien buiten had moeten blijven. Een hoofdstuk later stapt hij gelukkig weer terug op zijn terrein van sociologie.
Conclusie
Dit boek is een must voor alle mensen die willen nadenken over hoe we zoekers kunnen zijn en dus een aanknopingspunt kunnen vinden met mede-zoekers. Het stelt vragen over God en mensen die vaak door gebrek aan moed niet worden gesteld door gelovigen, noch ongelovigen. Het heeft mij een bredere kijk op mijn positie als christen in een seculiere context gegeven.
Tomáš Halík, Geduld met God, (Boekencentrum, 2014, 192 blz.)