door Herman Spaargaren – Herman Paul is bijzonder hoogleraar secularisatiestudies aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij gaat in dit boekje de stelling aan, dat niet de wegblijvers uit de kerk het probleem zijn, maar juist de secularisatie bij diegenen die in de kerk blijven. Paul laat theologen als David Ford, Stanley Hauwerwas, Bernd Wannenwetsch, Samuel Wells en Roman Williams op dit onderwerp de revue passeren en legt hen langs de meetlat van Augustinus. Op de meeste punten had, volgens de schrijver, de vroege Augustinus al een antwoord gevonden. De titel ‘De slag om het hart’ verwijst naar Jean Racine, de zeventiende-eeuwse Franse tragedieschrijver die de strijd tussen goed in kwaad in zichzelf al duidelijk omschreef.
Het boekje is geschreven met PKN predikanten in het achterhoofd en bevat een zeer hoog taalregister. Nederlands wordt afgewisseld met Engels, Grieks en Latijn, zoals dat nu ook in het onderwijs gebeurt. De schrijver excuseert zich aan het eind dat hij soms te weinig voetnoten gegeven heeft, maar komt toch regelmatig tot een derde van de bladzijde. Op mij komt dit over alsof je niet meer origineel mag zijn, maar dat je vooral anderen moet aanhalen om intelligent over te komen. Nu kun je dat bij een bijzonder hoogleraar verwachten, maar wat mij betreft had het boekje wat populairder geschreven mogen worden.
Na een algemene inleiding in hoofdstuk 1 begint hij hoofdstuk 2 met een waarschuwing voor het boek van Charles Taylor: A seculair Age (2007). Het boek wordt onder protestantse predikanten in Nederland veel gebruikt en geciteerd. Herman Paul komt met een kritische analyse die zal uitmonden in een constructieve speculatie over hoe een Augustiaans alternatief voor Taylor eruit zou kunnen zien. Taylor leert namelijk dat christenen er goed aan zouden doen om Jezus kruisdood te marginaliseren tot een accident de parcours en de hel zouden ze uit hun woordenboek moeten schrappen. Hij vergelijkt Taylor met de Duitse filosoof G.W.F Hegel, die hun zekerheid in een overzicht van het historisch proces zoeken, waartegenover Augustinus zijn zekerheid in God zoekt, die buiten de mens en de geschiedenis staat. ‘Van secularisatie is sprake als het verlangen naar sociale status, een succesvol leven, een gelukkig gezin, een rijk gevulde kerk of een onbezorgde oude dag sterker wordt dan verlangen naar God’. Herman zou graag willen dat we weer wat meer Psalmen met ons hart zongen en meer heiligenlevens bestudeerden, om zo het verlangen naar God te verstevigen. Op deze wijze gaat hij al de eerdergenoemde theologen langs en vergelijkt hun visie met die van Augustinus. In het laatste hoofdstuk verbindt hij dit boekje aan het begrip ‘Discipelschap’.
Het boekje is duidelijk bedoeld voor mensen die gewend zijn om op een universitair niveau te lezen en te denken. Het geeft interessante aanknopingspunten voor preken over het onderwerp secularisatie van ons hart tegenover discipelschap zoals Augustinus ons die voorhield.
Vond ik het boekje interessant? Ja. Zou ik het kopen of aanbevelen? Nee. Voor mij hoeft de intelligente taal en de overvloed aan voetnoten niet, maar als je nu juist al die simpele evangelische lectuur beu bent, is dit natuurlijk een aanrader!
Herman Paul, De slag om het hart, (Boekencentrum, 2017, 157 blz.)