The Inklings
In de recent uitgegeven geschenkbox waaruit ook ‘Brieven uit de hel’ komt vinden we een ander boekje van C.S. Lewis, namelijk ‘De Grote Scheiding’. Lewis was lid van een literair gezelschap (The Inklings) in Oxford waar hij doceerde en waartoe ook Tolkien behoorde. Lewis Caroll, de schrijver van ‘Alice in Wonderland’, was geen tijdgenoot, maar het is zeer duidelijk dat hij zijn opvolgers inspireerde. Alice wordt zelfs even vernoemd in het verhaal. ‘The Lion, The Witch and the Wardrobe’ van Lewis en de Hobbits van Tolkien zijn wellicht eveneens schatplichtig aan ‘Alice’.
Geïnspireerd door Alice
In De Grote Scheiding past Lewis het zelfde procédé toe dat we in de genoemde werken ontmoeten. Iemand, de hoofdpersoon, komt terecht in een fantasiewereld en beschrijft er zijn buitenissige belevenissen. Zo komt de hoofdpersoon, van wie we de naam niet kennen, maar die zich duidelijk profileert als de auteur van het boek, terecht op een magische bus. Deze rijdt niet gewoon van A naar B zoals bussen doorgaans doen, maar kiest de ruimte. Hij vertrekt uit een sombere lege stad, en reeds bij het wachten in de rij gaat het mis: mensen kibbelen en/of besluiten alsnog om niet mee te gaan op reis. De beschrijving van de stad laat sterk vermoeden dat het hier om de hel gaat. Dat wordt steeds duidelijker tijdens de gesprekken op de bus. Reeds in het derde hoofdstukje bereikt de bus zijn bestemming: een nieuwe, mooie, heldere wereld waarin zich aanvankelijk niemand van de reizigers gemakkelijk voelt.
Ook onze verteller heeft veel moeite om zich aan te passen. Het is een prachtige plaats, maar er staat niet echt een ontvangstcomité klaar. De natuur is er indrukwekkend, maar vergt aanpassing. Een van de problemen is dat het gras zo stug is dat het vrijwel onbegaanbaar is. Maar onze vriend is koppig, en vast van plan om de omgeving steeds verder te verkennen. Tijdens die verkenning zijn er diverse ontmoetingen en de daaruit volgende gesprekken. Ze zijn soms diepzinnig, soms grappig, soms ontroerend, soms een tikkeltje zweverig. Aanvankelijk moet de lezer een beetje op dreef komen, maar al snel raak je geïntrigeerd en snel blader je door naar de volgende ontmoeting. Helaas kiezen de meeste gesprekspartners ervoor om terug te keren naar de bus richting hel. Velen kunnen niet aarden (sorry voor de woordkeuze, maar ‘hemelen’ staat niet in het woordenboek als werkwoord) in de hemel. Onze held slaagt er echter steeds beter in om voortgang te maken, en verlangt er steeds meer naar om de Grote Aanwezige te ontmoeten. Hierbij wordt hij aangemoedigd door zijn laatste gesprekspartner, een vroeger docent van hem. Echter, net wanneer je hoopt dat hij eindelijk zal binnentreden als permanent bewoner van de Hemel eindigt het boek met een auteur die wakker wordt uit een droom.
Eerder verwezen we reeds naar Alice in Wonderland en Narnia, maar het boek doet evenzeer denken aan ‘Le Petit Prince’ van de Saint-Exupéry en de ‘Christenreis’ van Bunyan.
Conclusie
De Grote Scheiding hoort met andere woorden thuis onder de parels van de wereldliteratuur. Dit is een heerlijk boekje. Indien we bij het vorige (Brieven uit de hel) nog enige reserves hadden bij de vertaling en bij enkele tikfoutjes, dan gaat het deze keer niet op. De vertaling is zeer verdienstelijk en doet niets af van het literair gehalte en storende fouten heb ik niet gezien. Het enige wat een beetje hinderde was dat Lewis meerdere keren refereert naar auteurs die me onbekend zijn, maar laat dat jouw plezier niet derven.
C.S. Lewis, De Grote Scheiding (Kok, 2013).