Joseph Prince is de hoofdvoorganger van de megakerk New Creation Church in Singapore en voor velen geen onbekende. In zijn geweldige boek, Bestemd voor Overwinning, bemoedigt hij christenen om puur vanuit Gods genade te leven en niet vanuit eigen werken en wetten. Immers: waar genade vooraan staat, is vrijheid; waar de wet vooraan staat, is gebondenheid.
Elk mens denkt weleens dat hij Gods gunst op eigen kracht moet verdienen. Vooral in onze hedendaagse prestatiegerichte tijd komt dit vaak voor. Welk land lukt het om dit jaar het meest te bezuinigen? Wie presteert er het beste in de Europese klas? Of, om het korter bij huis te houden: Wie doet het meest voor de gemeente, is het vaakst aanwezig, leest de meeste christelijke boeken en staat het meest in de gemeente vooraan met nieuwe inzichten?
Joseph Prince keert zich scherp tegen dit soort prestatiegerichtheid. Wie zijn boek oppervlakkig leest, krijgt misschien de indruk dat de auteur hiermee een vorm van goedkope genade presenteert. Dat is echter niet het geval. Goedkope genade bestaat er vanaf Gods kant niet; Hij gaf alles wat Hij had. Wel bestaat er een ongepaste omgang met Gods genade. En de auteur is, wat dat betreft, zeker geen voorstander van een passief en lui christenleven. Hij haat de zonde en het volharden in de zonden. De genade is geen goedkeuring voor losbandigheid! Prince roept de gelovige dan ook op: ‘Haal de beste punten om God daarmee te eren! Verlaat je echter niet op je intelligentie of kwalificaties om de zegeningen van God aan te trekken’ (p.22). Juist om dit laatste is het hem te doen: werk niet om gezegend te worden, maar word gezegend en werk.
Volledig richt de schrijver zich hierbij op de genade van Jezus Christus. Juist de machten van het kwaad kicken erop ons van het tegenovergestelde te overtuigen en onder het juk van verschillende wetten te brengen. De farizeeërs en anderen deden daar in Jezus’ tijd aardig aan mee. Ze hielden zich aan allerlei regels in de hoop daarmee het koninkrijk te mogen verdienen. Zo vroeg een rijke jongeman aan Jezus: ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ Het ging hem enkel om het ‘wat moet ik doen?’, waardoor de jongeman geen oog meer had voor Gods genade: ‘wat kan U doen?’. Hierdoor ging hij bedroefd weg van de Heer en velen na hem volgen hem jammerlijk daarin.
Tegenover de menselijke idee van het leven voor God in eigen verdienste, staat echter Gods idee van het leven voor God door de genade van Christus. Wie in Zijn genade wandelt, volbrengt automatisch Gods wet door de kracht van de heilige Geest. Kijk maar naar Zacheüs, een andere rijke, die Christus’ genade ziet en daardoor de dingen kan doen die de rijke jongeman niet kon doen. Doorheen zijn boek legt Joseph Prince grote nadruk op dit aspect van de genade. Wie Gods wet vervult in eigen kracht, faalt. Wie dat doet door de genade, overwint. Hoewel dat bij jong gelovigen nog vers in het geheugen zit, raakt het bij oudere gelovigen vaak bedolven. Maak daarom de genade niet overbodig door te denken dat jij op eigen kracht Gods wil bereikt. Dat ging voor je bekering niet en dat gaat ook na je bekering niet. Het gaat enkel door de kracht van de Geest die ons door de genade van Christus is geschonken.
Als ik mijn studenten het onderscheid uitleg tussen positionele en praktische heiliging, merk ik vaak dat ze intuïtief het eerste verbinden met genade en het tweede met wet. Dat klopt niet, want beiden zijn helemaal verbonden met Gods genade. Je positionele heiliging wijst op de toestand die jij op basis van de genade ontvangt. Je praktische heiliging wijst op de verwezenlijking van die toestand in je leven. Dat gaat niet door een ‘word heilig’, maar door een ‘wees heilig’ of duidelijker: Leef wat je bent. Je bent verlost door Christus en gebracht onder de genade – dat is je positie. Leef nu onder die genade en niet onder de wet waarvan Christus je verloste – dat is je praktische wandel. Nogmaals: Niet door menselijke werken of wetten volbreng je Gods wet, maar door de genade van Christus. Joseph Prince schrijft: ‘De wet maakt mensen onzeker en vraagt altijd: “Wat moet ik doen?” Genade maakt mensen echter zeker van Christus en vraagt altijd: “Wat heeft Jezus gedaan?”’.
Sta mij toe een kanttekening te plaatsen bij een opmerking in het boek die ik ongenuanceerd vind. Het gaat om de interpretatie van 1Jh1:9: ‘Belijden we onze zonden, dan zal Hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad.’ Volgens Joseph Prince doelt deze tekst niet op christenen, maar op gnostische dwaalleraars (p.115-116). Zowat alle uitleggers denken echter dat 1Jh wel degelijk spreekt over gelovigen die hun zonden aan God belijden. Het gebruik van de wij-vorm pleit hier ook voor, aangezien de schrijver bij deze groep gelovigen hoort en niet bij de dwaalleraars. In mijn commentaar op 1 Johannes ga ik daar op in, aangezien deze gedachte toch vaker in ons land wordt vernomen.
Ondanks deze ongenuanceerdheid wijst Joseph Prince er echter wel terecht op dat het alsmaar bezig zijn met de eigen tekortkomingen en zonden een enorme last kan zijn voor de gelovige. Daarmee kan ik van harte instemmen. Het probleem ligt niet in het belijden van je zonden, maar in de gedachte dat het mij toch op een bepaalde manier lukt om in eigen kracht te voldoen aan Gods eisen.
Wie op basis van eigen werken voor God denkt te staan, valt, zoals Rm7 duidelijk toont. Wie op basis van Gods genade voor God staat, blijft overeind, zoals Rm8 aangeeft. Net door dit continu vanuit verschillende perspectieven te tonen is het boek Bestemd voor Overwinning voor velen een grote verfrissing. Het laat ons op een prachtige manier opnieuw stilstaan bij het feit dat het hele christelijke leven zich mag kenmerken door de genade van Christus. Door de gemakkelijke schrijfstijl zie ik dit werk dan ook als een grote aanrader voor elke gelovige die kan lezen. Van harte aanbevolen aan de wat kritische lezer!
Joseph Prince, Bestemd voor Overwinning, Leven vanuit de overvloedige genade van God, (Dunamis Media, 2008, 318 blz.)