door Raymond R. Hausoul – Het thema genderdysforie houdt veel evangelische christenen bezig. In gesprekken hierover ontstaan echter gemakkelijk twee groepen. De ene groep is radicaal tegen, schreeuwt vaak het luidst en waarschuwt voor eeuwige verdoemenis voor wie nadenkt om als transgender medisch-psychologische hulp te zoeken om in transitie te gaan. De andere groep staat daar diametraal tegenover, wijst op de rechten van de mens en keert zich af van het idee dat kerken daar ook nog eens hun mening over moeten zeggen. ‘Laat de mensen in hun waarde en laat hen zelf beslissen wat ze doen. Houd je als kerk bezig met je eigen smurrie!’ Is er in deze heisa een uitleg?
Preston Sprinkle is het gelukt om zich niet in een van beide kampen te laten vangen. Trouw aan het evangelie wil hij met mensen omgaan zoals Jezus dat zou doen. Zijn boek bespreekt uitvoerig de grote strijd die mensen met genderdysforie meemaken. Hierin spreekt Sprinkle niet enkel vanuit de relaxte studeerkamer. Hij gaat de straat op en ontmoet talrijke christenen uit de evangeliebeweging die met genderdysforie worstelen en hem over hun schrijnende verhalen in de maatschappij en de kerk durven te vertellen. Regelmatig herinnert hij zijn lezers er daardoor aan dat ‘de transgender’ of ‘de mens met genderdysforie’ niet bestaat. Sprinkle ontmoet mensen die allemaal anders zijn en zich op hun eigen manier met het onderwerp genderdysforie bezighouden. Wat over de ene persoon kan worden gezegd, geldt niet voor de ander.
Dat maakt dit boek tot een authentiek verhaal. Ik ken weinig boeken over het thema genderdysforie die op zo’n eerlijke manier met het onderwerp durven om te gaan. In de kern van het betoog staat liefhebben, begrijpen en dan pas oordelen. Sprinkle laat zich daarin niet leiden door een aan hem opgelegde ethiek. Hij wil zelf het verhaal van genderdysforie ontdekken. Zijn aanpak is gebaseerd op respectvol luisteren, eerlijk de Bijbel lezen en zichzelf corrigeren en informeren door literatuur over het onderwerp dysforie tot zich nemen. Juist die houding siert Sprinkle en opent deuren van huizen waar de meeste christenen niet durven aanbellen en binnen gaan.
Vanuit deze eerlijke zoektocht om geïnspireerd door het voorbeeld van Jezus met mensen op weg te gaan en hun pijn mee te voelen, is het boek een geweldige aanrader voor wie zich met het onderwerp genderdysforie wil bezighouden. Sprinkle kiest dan misschien niet voor de mening die sommige evangelische kerken graag zouden willen horen, maar hij kiest wel voor de Heer, waar christenen zich vanouds door willen laten leiden.
Preston Sprinkle, Ben ik mijn lichaam? Transgender personen, de Bijbel en de kerk (Gideon, 2024, 304 blz.)