indekerk

Numeri 5 – ‘Mijn levensduur is als niets voor U’

Numeri 5, Psalm 39, Hooglied 3, Hebreeën 3 Zelfdiscipline is normaal gezien een goede zaak. Want christenen geloven inderdaad dat God hen een geest gaf ‘van kracht, van liefde en van bezonnenheid’ (2 Tim. 1:7). Maar bepaalde vormen van zelfdiscipline zijn te vermijden, zelfs gevaarlijk. Zo geloofden de Stoïcijnen in de dagen van de apostel […]

Numeri 4 – De God van gerechtigheid is ook de God van genade

 Numeri 4, Psalm 38, Hooglied 2, Hebreeën 2 Een van de meest attractieve kenmerken van David is zijn oprechtheid. Op zijn best is hij transparant en eerlijk. Dit betekent onder andere dat wanneer er een reeks dingen misgaan in zijn leven, hij ze niet reduceert tot een enkel probleem. Psalm 38 kon op dit vlak […]

Numeri 3 – ‘Gij zult voor Mij de Levieten nemen – Ik ben de HERE’

 Numeri 3, Psalm 37, Hooglied 1, Hebreeën 1 Van de Sinaï af worden de Levieten anders behandeld dan de andere stammen: alleen zij mogen omgaan met de tabernakel en zijn toebehoren, uit hen komen de priesters, hen wordt geen afzonderlijk erfdeel van het land gegeven maar zij worden over het land verspreid, enzovoort. Maar hier […]

Numeri 2 – ‘De zonde spreekt tot de goddeloze diep in zijn hart’

 Numeri 2, Psalm 36, Prediker 12, Filemon Bij de inzichten die de Psalmen ons verschaffen, handelen er enkele van de meest diepgaande over de aard van slechtheid en de aard van slechte mensen. Zelden worden ze in abstracte categorieën gestopt. Bijna altijd zijn ze functioneel en relationeel. Waar ligt de kern van de ‘goddeloosheid der […]

Numeri 1 – ‘Van uw gerechtigheid zal mijn tong spreken’

 Numeri  1, Psalm 35, Prediker 11, Titus 3 Psalm 35 is een van de psalmen die gewijd is aan het thema ‘gerechtigheid’ (zie ook de overdenking van 10 april). Veel christenen voelen er zich niet gemakkelijk bij. De lijn tussen die rechtvaardigheid en wraakzucht lijkt soms een beetje dun. Hoe kan je de redenering uit […]

Leviticus 27 – ‘Wie naar hem opzien, stralen’

 Leviticus 27, Psalm 34, Prediker 10, Titus 2 Een van de onvermijdelijke karakteristieken van hen die de Heer oprecht loven is dat ze willen dat anderen zich bij hun aanbidding aansluiten. Ze erkennen dat als God werkelijk zo is als in hun lofprijzing wordt beschreven, Hij dan ook door anderen moet erkend worden. Bovendien is […]

Leviticus 26 – Let op voor de dodelijke tweeling: ongeloof en ongehoorzaamheid

 Leviticus 26, Psalm 33, Prediker 9, Titus 1 Een van de gemeenschappelijke kenmerken binnen de vroegere verdragen rond opperleenheerschappij (suzereiniteit) – verdragen tussen een regionale supermacht en een vazallenstaat (zie 13 maart) – is een bepaald gedeelte op het einde dat de voordelen preciseerde van naleving en de gevaren van niet-naleving. Vanzelfsprekend werden deze zegeningen […]

Leviticus 25 – ‘ik zeide: Ik zal de HERE mijn overtredingen belijden’

 Leviticus 25, Psalm 32, Prediker 8, 2 Timotheüs 4 ‘Welzalig hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is; welzalig de mens, wie de HERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is’ (Ps. 32:1-2). In een theïstisch universum waar God de boekhouding verricht, is het moeilijk om je een nog grotere zegen […]

Leviticus 24 – ‘Terwijl ik in mijn angst dacht: ik ben verbannen uit uw oog’

Leviticus 24, Psalm 31, Prediker 7, 2 Timotheüs 3 David verkeerde in diepe nood. De exacte omstandigheden zijn voor ons niet helemaal duidelijk, aangezien we nu drieduizend jaar later de details missen. Maar we weten wel dat David opgesloten zat in een belegerde stad (Ps. 31:22; NBV: ‘hij ontzette mij als een belegerde stad’) en […]