door Gerrit Houtman – Toen ik het boek van de priester James Mallon las, dacht ik even dat er een tweede Maarten Luther was opgestaan. Hij uit niet alleen zijn verlangen om van de katholieke kerk weer een levende, inspirerende en missionaire gemeenschap te maken. Hij durft de diepte in te gaan en te analyseren wat er fout is gedaan en wat er moet veranderen. Daarbij durft hij de gangbare theologische opvattingen, de kerkstructuur en zelfs de omgang met de sacramenten tegen het licht te houden.
Hij doet dat in loyaliteit naar zijn kerk en aan wat voor hem de juiste rol van de kerk dient te zijn in deze wereld, maar hij kijkt ook breder rond en maakt vrijmoedig gebruik van de leiderschapsadviezen van evangelische leiders, de (praise)muziek en in het bijzonder de alpha-cursussen om zijn mensen tot een persoonlijke relatie met Jezus te brengen.
Dit boek is voor mij echter meer dan een heldere beschrijving van een mooie ontwikkeling in de katholieke kerk. Het houdt ons protestants-evangelische christenen ook een spiegel voor. De redenen waarom katholieke gelovigen hun heil zoeken in een evangelische kerk (blz. 45,46) zijn dezelfde redenen waarom mensen onze kerk verlaten en een andere zoeken.
In zijn analyse van wat er fout is gegaan richt de schrijver zich op twee dingen: het ‘semi-pelagianisme’ en het klerikalisme. Het ‘semi-pelagianisme’ legt de nadruk op het goede voorbeeld van Jezus en dat we naast Gods genade de mogelijkheid hebben om Jezus’ voorbeeld na te volgen. Het vraagstuk dat door de kerkgeschiedenis heen telkens weer opnieuw aan de orde komt: hoe verhouden Gods reddende genade en onze verantwoordelijkheid zich tot elkaar? In de katholieke kerk werd de nadruk op goede werken zo sterk dat men de noodzaak van persoonlijke verlossing en de blijdschap erover is kwijtgeraakt. Veel katholieke gelovigen die nog in de kerk bleven, kwamen vaak niet verder dan een houding van minimalisme (blz. 81) of aan de andere kant (voor hen de lat hoog legden) een streng moralisme. Helaas zien we in onze kerken dezelfde gevaren. Veel onderwijs na de bekering legt de nadruk op alles waaraan een christen nu dient te voldoen, met een schuld-inducerend element omdat men natuurlijk altijd te kort schiet met als gevolg dat een grote groep gelovigen genoegen begint te nemen met een minimalistische invulling van het geloof en anderen omgekeerd kiezen voor een strak wettische invulling van hun geloof.
De tweede zorg die hij deelt is die van het ‘klerikalisme’, ofwel de scheiding tussen de ‘gewone gelovigen’ en de ‘gewijde geestelijken’. Niet alleen leidde dit tot een strakke taakverdeling, waarbij de priesters het eigenlijke werk deden en de gewone gelovigen hooguit wat ondersteunende taken mochten uitvoeren. Maar ook dat de kwaliteit van een hoog spiritueel en toegewijd leven alleen maar van de priesters werd verwacht. Hoewel wij in onze kerken de nadruk leggen op het priesterschap van alle gelovigen lopen ook wij het gevaar een afstand te creëren tussen de kern van het leiderschapsteam en de rest van de gemeente. Als ik de klachten hoor van opgebrande leiders denk ik: zou dit niet het gevolg zijn van een vorm van klerikalisme?
Na de strenge analyse van de problemen, begint hij (vanaf hoofdstuk 5) een nieuw fundament te leggen waarbij elk aspect van de het parochieleven onder de loep wordt genomen: goed verzorgde diensten, aanbidding, appellerende prediking, alpha-cursussen, toerusting en training van vrijwilligers, ander soort begeleiding bij mensen die om de sacramenten vragen (zeer moedig), maar vooral de nadruk op het brengen van mensen te brengen tot een persoonlijke relatie met Christus en de vervulling met de Heilige Geest.
Het boek is niet alleen een mooi theorieboek, maar vooral het resultaat van de toepassing van deze principes in de eigen parochie van de schrijver met zeer positieve vruchten. Een getuigenis waaruit blijkt dat zelfs kerken met een vastgelopen traditie een nieuwe doorstart kunnen maken. Een boek dat, juist omdat veel van de problemen die hij beschrijft ook de onze zijn, ook hoopvol is voor onze kerken.
Fr. James Mallon, Als God renoveert – De parochie van onderhoud naar bloei, (Adveniat Baarn, 2019, 350 blz.)