Dansen
Leenes vertrekpunt is een persoonlijke zoektocht naar haar eigen mogelijke rol als vrouw in de kerk. Uiteindelijk leidt haar studie tot een doctoraat in de theologie. Dit boekje is een verkorte en populaire weergave van haar dissertatie Triniteit, antropologie en ecclesiologie: Een kritisch onderzoek naar implicaties van de godsleer voor de positie van mannen en vrouwen in de kerk.
Almatine Leene vertrekt hierbij vanuit de hoek van de kerkleer. Ze legt dus niet de nadruk op individuele bijbelteksten, hoewel ze die wel degelijk noemt. Dans is hierbij dé beeldspraak die zij gebruikt om de onderlinge relaties tussen God en mens aan te geven. In haar zes korte hoofdstukken legt ze achtereenvolgens uit hoe man en vrouw samen als Gods evenbeeld gemaakt zijn, dat God als Drie-eenheid uit relaties bestaat, dat het vaderschap van God volgens haar niet zegt dat God een man is, dat mannelijkheid en vrouwelijkheid elkaar aanvullen, op individueel vlak, maar ook in de kerk. Op grond van al die overwegingen concludeert ze dat mannen en vrouwen elkaar op elk terrein kunnen aanvullen, ook in het leiden van een kerk.
De doop als dans
Leenes taal is poëtisch, met soms mooie inzichten. Ze vergelijkt bijvoorbeeld de doop van Jezus met een openingsdans van een bruiloft waarbij de Heilige Geest en God de Vader meedansen. Ze geeft ook veel voorbeelden uit de populaire cultuur, waar ze ook regelmatig naartoe verwijst in de gespreksvragen aan het einde van ieder hoofdstuk. Leene schrijft duidelijk, soms op het kinderlijke af, maar dat is gelukkig niet al te vaak storend. Eigenlijk is het een vrij overtuigend boekje.
Andere inzichten
Maar als je al wat meer gelezen hebt rond dit thema, zul je ontdekken dat Leene eigenlijk niet in gesprek gaat met haar tegenstanders. Als Leene toch bijbelteksten aanhaalt en uitlegt, zal zij vooral de interpretaties aanhangen die haar uitkomen, zonder in gesprek te gaan met mensen die die bijbeltekst anders uitleggen. Ze noemt Junia bijvoorbeeld een apostel (109), maar misschien bedoelt Paulus dat Junia een groot aanzien genoot onder de andere (mannelijke?) apostelen? Het schrijnendste voorbeeld in haar bijbelgebruik is dat zij 1 Timotheüs 3, een belangrijk hoofdstuk over de kerkelijke opzieners en diakenen, wel noemt, maar daarbij niet ingaat op vers 2, waar duidelijk een man wordt beschreven (112).
Onzorgvuldig
Ook redeneert zij soms iets te onzorgvuldig. In haar bespreking van 1 Korintiërs 11:3 (80) zegt zij dat de volgorde Christus-man-God in dit vers aangeeft dat het niet gaat om een gezagsketen. Dat is inderdaad zo, maar dat wil niet zeggen dat het hier niet om gezag gaat.
Beeldspraak
Leene gebruikt veel beeldspraak en dat helpt ons om groots en toch genuanceerd over God na te denken. Het nadeel van beeldspraak is echter dat je er alles mee kunt “bewijzen”. Vanuit evangelicaal perspectief is het gebruik van niet-bijbelse beeldspraak vaak verdacht en daarom zal Leene met dit boekje uiteindelijk weinig mensen overtuigen die haar standpunt niet delen.
Voordeel van de twijfel
Maar misschien gaat Leene hier wel dieper op in in haar dissertatie? Laten we haar het voordeel van de twijfel geven. Zelfs als de conclusies van dit boekje haar tegenstanders niet zullen overtuigen, is dit toch een mooi boekje over de perichorese, de dans van God, en hoe wij daar als mensen in mee kunnen dansen. Ze biedt zeer veel argumenten aan waarom vrouwen en mannen betere relaties met elkaar zouden moeten hebben. Op deze manier is Almatine Leene een zeer boeiende gesprekspartner, ook als het gaat over de moeizame relatie tussen kerken en vrouwen die zich geroepen weten tot een kerkelijk ambt. Want uiteindelijk zullen we toch allemaal met elkaar moeten leren dansen voor de grote bruiloft van het Lam (117).
Almatine Leene, Samen dansen in de kerk: Als mannen en vrouwen op God lijken, (Amsterdam: Buijten en Schipperheijn Motief), 2013.