door Raymond R. Hausoul – Ooit vroeg iemand me of christelijk Nederland er anders had uitgezien als Vlamingen de Bruggeling François Gomaer in 1577 hadden vastgehouden. In die tijd zitten we midden in de vervolgingen. Alles wat niet rooms-katholiek is, wordt stevig aan de tand gevoeld, verbannen of geëxecuteerd. Ook François loopt hierbij gevaar. Zijn ouders zijn overtuigd van de waarheid van het evangelie en hebben de rooms-katholieke kerk de rug toegekeerd. Ondanks hun vele bezittingen in Brugge, kiezen ze ervoor om trouw te blijven aan het evangelie en samen met de veertienjarige François de stad uit te vluchten naar Duitsland.
In Frankfurt am Main wordt hun zoon uiteindelijk predikant en neemt hij de Latijnse naam Franscisus Gomarus aan. Door aanvallen van Luthersen moet hij ook daar wegvluchten (1593–1594). Zo komt hij als hoogleraar theologie aan de universiteit van Leiden terecht (1594–1611). Daar raakt hij al snel in vurige gesprekken met zijn collega, de hoogleraar Jacobus Arminius (1559–1609). Centraal staat de vraag over Gods besluiten en de menselijke vrije wil.
Het debat over dit onderwerp leeft na vierhonderd jaar nog steeds. Het laait ook regelmatig op in onze kerken. Enkele voorbeelden: kiest God wie er wel en niet wordt gered of ligt dat in de hand van de mens? Gaan mensen verloren, ziek of dood, omdat God dat besloten heeft? Is er geloofszekerheid voor een christen of heeft het leven invloed op zijn of haar redding? Bepaalt God wat er vandaag in je leven gebeurt of ben je daar vrij in? In hoeverre ben je dan vrij? Lees je deze recensie omdat God dat wil of omdat jij ervoor koos? Hebben wij wel een vrije wil of zijn we die door de zondeval volledig kwijtgeraakt? Wat betekent het dat God soeverein is?
Ik kan me levendig voorstellen dat zulke vragen de nodige hevige gesprekken opleveren in onze kerken. Dat was ook al het geval aan het prille begin van de zeventiende eeuw. Het debat over deze vragen, die vermoedelijk vooral theologen interesseren, werd daarbij echter een debat van de hele samenleving. Het ging om vraagstukken waar ook de toenmalige politici hun interesse in zagen. Dat leidde tot een zeven maanden lange kerkvergadering (nov 1618–mei 1619), een synode, in het oude Dordrecht. Het is de belangrijkste synode die we in Nederland of België gekend hebben.
In Nederland is de vierhonderdjarige herdenking in 2018–2019 voldoende reden om hier oog voor te hebben. Wie de Nederlandse televisie en publicaties in het oog houdt, ontdekt dat er talrijke momenten aan gewijd zijn. Een voorbeeld zijn de afleveringen van De Tachtigjarige Oorlogtussen de Nederlanden en Spanje, een gebeurtenis die ook voor Vlaanderen van het allergrootste belang is geweest. Opvallend genoeg komt dit thema in Vlaanderen niet aan de orde. Het lijkt er wel op dat een periode van tachtig jaar oorlog tussen Vlaanderen en Spanje, die aan duizenden onschuldige mensen het leven heeft gekost en waar nog eens meerdere duizenden weggevlucht zijn uit onze streken niet van belang zijn voor Belgen.
Voor wie erkent wat voor een offer onze Vlaamse voorvaderen voor het evangelie in die tijd brachten, is het niet vreemd er dit jaar aandacht voor te hebben. Zeker als we beseffen dat de grootste groep Nederlandstaligen op de synode van Dordrecht uit weggevluchte Vlamingen bestond. Deze Vlamingen waren eveneens in de meerderheid bij het vertalen van de bekende Bijbel die vanuit deze Dordtse situaties tot stand kwam: de Statenvertaling.
Alleen al deze achtergrond toont hoe relevant het onderwerp van de Dordtse synode voor Vlaamse kerken is. Omwille van die verbondenheid met de christelijke voorvaderen uit onze regio mag er aandacht zijn voor het boek Dordt in context. Daarin kiest de Amsterdamse hoogleraar Gijsbert van den Brink ervoor om lezers op een eenvoudige, maar toch heldere manier in te leiden op de situaties en de totstandkoming van de synode van Dordrecht. In zijn werk heeft hij tevens niet alleen aandacht voor de Nederlandse situatie, maar ook voor de doorwerking van de synodale vraagstukken bij bijvoorbeeld de Leuvense hoogleraar en Ieperse bisschop Cornelius Jansenius (1585–1638). Het was deze bisschop die door zijn later uitgegeven werk Augustinusvoldoende reden gaf opnieuw de rooms-katholieke verkondiging van het evangelie te doordenken. De vraagstukken van de Dordtse synode kregen daarmee ook aandacht bij Vlaamse rooms-katholieken.Naast dit en vele andere talrijke historisch-theologische gebeurtenissen presenteert Dordt in context ook een overzichtelijke reflectie op de leerregels die ontstonden vanuit de synode. Van den Brink laat daarmee zien hoeveel doorwerking deze situaties hebben gehad en nog steeds hebben in onze Nederlandse en Vlaamse kerken.
Gijsbert van den Brink, Dordt in context, (Groen, 2018, 176 blz.)