door Marjolein Van Hoof – “Opgegroeid zijn in een radicale sekte en daar dan kalm, prettig en precies over kunnen schrijven, dat is het wonderlijke aan Johan Lock”, aldus Franka Treur op de cover.
Zegt de naam Franca Treur je iets? Deze Zeeuwse schrijver staat niet bekend als liefhebber van de kerk, in eender welke vorm. Als je dat weet zou haar aanprijzing juist kunnen afschrikken. Dat is niet nodig. Leg Franca Treur even naast je neer en lees wat Johan Lock je vertelt. Ik ben het wellicht vaak oneens met Franca Treur maar als het over dit boek gaat, ben ik het met haar eens. Het is prettig leesbaar, hoewel het over heel onprettige dingen gaat: over hoe menselijk het eraan toe kan gaan in groepen die belijden God te volgen.
Johan Lock vertelt, aan de hand van een alter ego, genaamd ‘Laurens’ een levensverhaal. En dat begint al voor zijn geboorte, wanneer de kerk, “Het huis van Licht”, geboren wordt. Die geboorte klinkt evangelische christenen als muziek in de oren: gereformeerden christenen die Jezus persoonlijk leren kennen! Bekeringen van christenen die het zicht op de genade kwijt waren! Gereformeerden die het saaie orgel, de psalmen en gezangen inruilen voor herkenbare refreinen uit Johannes de Heer en Glorieklokken, gitaren, piano, drums, handgeklap en trompetgeschal incluis. En voor de charismatisch evangelischen: christenen die na decennia in de gereformeerde kerk te hebben gezeten, eindelijk visioenen zien, in tongen spreken en profeteren! Dat kan alleen maar het werk van de Geest zijn.
Johan Lock vertelt over hoe zijn, heel gewone, nuchter denkende ouders met een klein groepje familieleden een verbond smeden. Ze klonken zich aan elkaar vast in Jezus’ naam. Ze gaven veel op: geld, tijd en talenten en sneden zich rigoureus los van hun gereformeerde roots en familie. Alles voor het ware verbond.
Johan vertelt en het klinkt heel lang herkenbaar en veilig. De geciteerde liederen, Bijbelteksten en retoriek komen vertrouwd over. Je ziet wel dat sommige dingen doorslaan, maar ach, het was een andere tijd. Over het algemeen krijg je het beeld van een groep bevlogen christenen. Een groep die expansief groeit. Dat moet wel het werk van de Geest zijn.
Hoe verder het verhaal gaat, hoe ongemakkelijker je je gaat voelen. Je voelt dat er onderhuids iets broeit. De Bijbel wordt uitgelegd zoals het in iemands kraam te pas komt. Er komt manipulatie in het spel. Een aantal broeders heeft zoveel zeggenschap in het Huis van licht, dat daar niets tegenin gebracht mag worden. Je voelt het onheil naderen.
Is dit boek iets voor jou? Ik hoop van wel. Voor het gemak hoef je het niet te laten: Het boek is opgedeeld in hoofdstukken en genummerde alinea’s. Dat maakt het behapbaar en overzichtelijk. Het taalgebruik is vlot en hedendaags. Doordat er veel geciteerd wordt uit de Bijbel en (oude) liederen, ben je makkelijk mee, vooral als je een beetje kennis hebt van de cultuur in de Nederlandse gereformeerde kerk en evangelische pinksterkerken.
Dit boek doet je nadenken over je eigen geloof en je eigen kerk. Het is meer dan het relaas van één man en meer dan het verhaal van één kerk. Het is een spiegel. Het werpt vragen op over leiderschap en groepsdenken. Die vragen kunnen gelden in meer dan één context, maar zijn zeker relevant in onze kerken. Leiderschap mag, nee, moét bevraagd worden. Als daar geen openheid voor is, staat de deur open voor mistoestanden.
Je voelt in dit boek het onheil naderen en toch komt het ontnuchterend als een emmer koud water. Net omdat er zoveel herkenbaar is. Als je eerlijk durft rondkijken in je eigen kerk, is er veel uit dit menselijke boek herkenbaar. Dat kan een mens moedeloos maken of alert.
Johan Lock, De erfenis van Adriaan, (Ambo|Anthos, 2017, 382 blz.)
Op 17 november won dit boek de CLO Literaire Juryprijs 2018.