door Jacques Rommel – Alles over de Bijbel in een klein boekje van amper 90 pagina’s, dat kan natuurlijk niet. Daar heb je hele bibliotheken voor nodig. Wanneer je de kleine letters erbij neemt, dan kom je al wat dichter in de buurt, op voorwaarde dat je niet al te ambitieus bent. Dit boekje is niet geschreven voor theologen, voorgangers of doorwinterde christenen. Die weten namelijk (bijna) alles wat erin geschreven staat door studies, door zelfstudie of bijvoorbeeld omdat ze ETS doorliepen.
Met de titel wil de auteur vooral beginnende belangstellenden prikkelen, want met name voor hen is dit boekje bedoeld. Ook is het uiterst geschikt voor christenen die af en toe in de Bijbel lezen, maar het grote verband missen, of niet echt weten wat zij met dit boek in handen hebben. Het omvat zes hoofdstukken:
- Wat is de Bijbel
- Wat gebeurt er in de Bijbel?
- Door wie is de Bijbel geschreven?
- Hoe is de Bijbel tot stand gekomen?
- De Bijbel van boek tot boek
- Hoe moeten we de Bijbel lezen
- Het onbekende land
In de Inleiding prikkelt de auteur de lezer door te wijzen op enkele bezwaren die men kan aandragen om de Bijbel niet te moeten lezen: te dik, te saai, te oud,… om vervolgens die bezwaren in perspectief te zetten en uit te dagen om toch aan de slag te gaan met het Boek der boeken.
De titels van de hoofdstukken spreken voor zichzelf. In het eerste leren we wat Thora, Tenach, Oude en Nieuwe Testament zijn, wat apocriefe geschriften zijn en waar het woord Bijbel vandaan komt.
In het tweede krijgen we in vogelvlucht te lezen wat er in de Bijbel staat en in het derde en vierde leren we over de verschillende schrijvers en hoe de Bijbel historisch tot stand kwam. Deze hoofdstukken vond ik best wel interessant, en leerzaam, maar ik ben dan ook geen geschoold theoloog. In het vijfde hoofdstuk wordt elk boek in één, hoogstens twee paragraafjes samengevat, waardoor je op enkele pagina’s toch enig idee krijgt van de hele inhoud van de Bijbel. Eigenlijk iets wat ieder christen min of meer uit het hoofd zou moeten weten. Het zesde hoofdstuk geeft tien praktische tips hoe je de Bijbel het best kunt lezen.
Het zevende hoofdstuk is eigenlijk helemaal geen hoofdstuk, maar een kort (slechts een halve pagina) naschrift met een warme oproep om de Bijbel te lezen.
Hoewel dit boekje bij uitstek bedoeld is voor eerder jonge christenen of gewoon geïnteresseerden durf ik ook aan oudsten en (jeugd)werkers aanbevelen om het in huis te halen. Het is zeer geschikt om startstudie mee te geven of om uit te delen. Het is namelijk goed geschreven, op een gemoedelijke, verhalende toon. Bovendien past het in onze orthodoxe visie op de Bijbel, het getuigt van een oprecht respect voor het geïnspireerde Woord van God.
Nick Page, Alles wat je altijd wilde weten over de Bijbel, (Gideon, 2017, 90 blz.)
